Ga naar de inhoud

Boeken Films Muziek - Georgica

Title
Menu overslaan
Menu overslaan

Boeken Films Muziek


PERDU·E·S - Film van Diana Chankotadze
 
Georgië kent sinds de onafhankelijkheid van 1991 jaren een braindrain. Afgestudeerden en studenten verlaten hun land Georgië in de hoop op een betere toekomst in een van de landen van de Europese Unie, Frankrijk. Georgiërs vertrekken ook vanwege de oorlog met Rusland in 2008. Georgië wordt steeds leger.
 
Regisseur Diana Chankotadze is een genaturaliseerde Georgische en woont in Frankrijk. Maar Georgië kan ze niet vergeten, ze houdt van Georgië en wil dat de Georgische staat wakker geschud wordt en deze braindrain het hoofd biedt.
 
In haar film PERDU.E.S (2020) geeft ze het woord aan drie mensen die ervoor hebben gekozen Georgië te verruilen voor Frankrijk. Ana, Giorgi en Nini vertellen ons hun verhaal, wat ze hebben meegemaakt, waarom ze weg wilden uit Georgië en waarop hun hoop is gevestigd voor de toekomst.
  


Kavkasia

Minco Eggersman is muzikant, producer en componist. Voor diverse films en televisieprogramma's, waaronder Zembla, componeerde hij de muziek. Een rondreis in 2014 met zijn vrouw en neef door de bergen van Georgië mondde uit in het album Kavkasia dat eind april 2017 werd gepresenteerd. De naam Kavkasia heet vertaald Kaukasus, het gebied gelegen tussen de Zwarte Zee en de Kaspisch Zee. Met de Kaukasus wordt vaak de Kaukasische bergketen bedoeld.

Kavkasia heeft als subtitel The soundtrack to Georgia en als Georgië een film zou zijn, dan zou dit de soundtrack zijn, aldus Eggerman in een interview voor HIFI: "En ja, het klopt dat het maken van conceptuele muziek als ondersteuning bij beeld mij steeds meer aanspreekt. Dit album is inderdaad een cross-over, want ondanks dat ik nog steeds zing op dit album is dit album voornamelijk instrumentaal en werken de tracks erg goed bij de prachtige foto’s van Jolke Balt en de beelden van Juul Thielen die samen met grader Sander van Wijk en editor Maurits Nienhuis de video’s voor Kavkasia maakte".

Aan het album werkten veel artiesten mee. Zo weerklinken sfeervolle cello’s bespeeld door Svante Henryson en voegde Jonas Nyström orgel toe aan sommige nummers. De opnames van de orgelpartijen vonden plaats in een kerk in Zweden, die een prachtige akoestiek herbergt. Bas wordt bespeeld door Audun Erlien en naast Minco’s eigen - overigens schaars aanwezige - vocalen, heeft Kavkasia extra karakter gekregen door de toevoeging van de stem van Buba (zanger van het Georgische Iberi Choir) aan twee tracks. Viool verzorgden Oene van Geel en het Macedonisch Symfonieorkest en Paul van der Feen van het Metropole Orkest vulde het muzikale geheel aan met saxofoon.

De soundtrack voor Georgië werd compleet door het contact met regisseur Yaron Cohen die bekend is van de documentaire Until the quiet comes en die zich ook in de bergen van Georgië afspeelt. Voor de nummers Hidden in clouds en  The other side of dawn leverde hij de beelden.

Minco Eggersman was te horen in het radioprogramma Nooit meer slapen van 23 mei 2017 in de rubriek Open kaart.

Kavkasia is verschenen bij Volkoren Records; duur 53 minuten; prijs € 15,90. Zie verder: www.mincoeggersman.com



Nino Haratischwili: Het achtste leven (voor Brilka)

De Georgische schrijfster Nino Haratischwili betovert de lezer met Het achtste leven (voor Brilka), een meer dan twaalfhonderd pagina’s tellend monumentaal, Tolstojesk familie-epos. In dit ‘wonder met het gewicht van een baksteen’ probeert Haratischwili een hele eeuw van familiegeneraties te vangen en verweeft hierin de politieke en culturele geschiedenis van Georgië, Rusland en de Sovjet-Unie. Het resultaat is een vertelling vol verbeeldingskracht en feitelijkheden van een verzameling personages en de soms gruwelijke gebeurtenissen in hun leven.

Over Het achtste leven (voor Brilka)
Deze gruwelijke gebeurtenissen maken het niet per definitie tot een gruwelijke roman; ze worden op tragikomische wijze beschreven. Het achtste leven (voor Brilka) omspant zes generaties tussen 1900 en nu. Acht levens van één Georgische familie, beginnend in een kleine stad bij de grens met Azerbeidzjan, waar een getalenteerde chocolatier zijn dochters grootbrengt en en passant een recept bedenkt voor een verrukkelijke chocoladedrank met gevaarlijke krachten. Het brengt hem rijkdom en aanzien, maar dat betekent in die tijd ook al spoedig een gevaar. Nitsa is de achterkleindochter van Stasia, een van de dochters van de chocolatier. Zij woont in Berlijn en vertelt op meeslepende wijze, maar ook met veel ironie en humor, de dramatische geschiedenis van haar familie en die van de ‘rode’ twintigste eeuw – een cruciale periode in de Europese geschiedenis – met de opkomst en ondergang van de Sovjet-Unie, het wegvallen van het IJzeren Gordijn en de perestrojka.

Over Nino Haratischwili
Nino Haratischwili (Tbilisi, 1983) groeide op in Georgië en woont nu ruim tien jaar in Hamburg, waar ze de regieopleiding aan de Theateracademie volgde. Haar roman Het achtste leven (voor Brilka) is niet autobiografisch en de waarheid beschrijft ze evenmin. Wel was het schrijven een intensief proces dat uiteindelijk voelde als een bevrijding. Het achtste leven (voor Brilka) is haar derde roman en verscheen begin 2017 bij Atlas Contact, in een Nederlandse vertaling van Elly Schippers en Jantsje Post. De Nederlandse vertaling beleefde twee maanden na verschijning een tweede druk.


Het achtste leven (voor Brilka)
door Nino Harataschwili, uitgeverij Atlas Contact, 1248 pagina's, 2017, € 34,99, www.atlascontact.nl

Das achte Leben (für Brilka) verscheen oorspronkelijk in het Duits in 2014 bij Frankfurter Verlagsanstalt,













De held Amiran

In november 2015 vond de feestelijke presentatie plaats van het boek De held Amiran - Georgische sprookjes, in Boekhandel Jacques Baas te Driebergen-Rijsenburg. De sprookjes zijn vertaald uit het Russisch door Hanneke Walraven uit een bundel Georgische volkssprookjes, samengesteld en vertaald uit het Georgisch in het Russisch door I.N. Dolidze.
De verhalen zijn geïllustreerd door Lilian van Stap met zwart-wit tekeningen en een omslag in kleur.
Deze uitgave kon worden gerealiseerd door de financiële ondersteuning van donateurs, via crowdfunding,

Hanneke Walraven is beëdigd vertaler Russisch. Haar enthousiasme voor held Amiran werd gewekt na een verblijf in Georgië en een bezoek aan de Leidse Universiteitsbibliotheek waar zij een exemplaar aantrof van een boek met Georgische sprookjes. Het boek was uitgegeven in 1971 door de Akademie van Wetenschappen van Tbilisi in zowel de Georgische als de Russische taal:

Al lezend waan je je boven op een berg, onder de sterren bij het vuur, de herder vertelt, de schapen maken geluiden in hun slaap. De sprookjes zijn even kleurrijk, ontroerend, lieflijk en ruig als de Kaukasus zelf.
Mondelinge overlevering is zo oud als de mens. De mens is zijn verhaal. Het oudste sprookje, Amiran, is traceerbaar tot 800 v.C., mede door afbeeldingen op archeologische vondsten.
In Georgië is de mondelinge traditie nog springlevend. Daarom kan er zelfs een kerk of een vliegtuig in een sprookje voorkomen.

De mondelinge verteltraditie uit Georgië is vrij onbekend en in het Nederlands nauwelijks te vinden. Terwijl iedereen het Griekse verhaal van Prometheus kent, die aan een rots van de Elbroez in de Kaukasus werd vastgeketend; terwijl iedereen het verhaal van de Griekse Jason en het Gulden Vlies kent en zijn ontmoeting met Medea, de prinses van het Georgische Kolchis - kent bijna niemand Amiran, de held uit het Georgische epos. Door de eeuwenoude mondelinge traditie bestaan er meer dan 180 varianten van dit universele verhaal.

Kortom: we hebben hier te maken met een ware cultuurschat.

De held Amiran, 231 pagina's, geïllustreerd en gebonden. Uitgegeven bij Cichorei, Amsterdam, 2015.  www.uitgeverijcichorei.nl



Oorlogsparadijs

Eind oktober 2012 verscheen de historische roman Oorlogsparadijs, geschreven door Nico Dros. Binnen een half jaar, eind maart 2013, beleefde het boek zijn zesde druk.
Oorlogsparadijs is de moeite van het lezen waard, vooral voor degenen die willen weten hoe het leven geweest moet zijn op het eiland Texel ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Want al is het boek een roman, de ware gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld op Texel in de oorlogsjaren vormen de achtergrond van het verhaal van het boek.

In het najaar van 1942 begint een jonge arts zijn werk als assistent in het noodhospitaal van Texel. De ondergrondse heeft hem een nieuwe identiteit en persoonsbewijs gegeven nadat hij bij verstek ter dood is veroordeeld. Luc Walraven luidt zijn alias. De Duitse bezettingsmacht op het eiland bestaat uit soldaten die mogen bijkomen van beproevingen aan het front. De Inselkommandant is een beroemd archeoloog die opgravingen in het dorp laat verrichten. En daarnaast zijn er de legioenen van uitheemse krijgsgevangenen die in Duitse dienst zijn getreden. Respectievelijk Brits-Indiërs, Noordkaukasiërs en Georgiërs bewaken er de kust. Het eiland blijkt werkelijk een oase van rust te zijn. Er is geen SS, geen Grüne Polizei, geen terreur. Op Texel verblijven honderden onderduikers van het vasteland, maar ze worden met rust gelaten.

Luc Walraven ervaart het eiland als een klein paradijs. Hij is er kostganger bij een hartelijke boerenfamilie en vat een grote liefde op voor dochter Mila. De geneesheer van het noodhospitaal leert hem de beginselen van de chirurgie. Het ziet ernaar uit dat de eilanders, ver van het front, zonder ontberingen het einde van de oorlog kunnen afwachten. Maar dan, begin april 1945, luidt een nachtelijk bloedbad de opstand van het Georgische bataljon in. In de weken daarna verandert het lieflijke eiland in een onbeschrijflijk inferno.

Voorjaar 1962 – een nieuwe oorlog dreigt om Nieuw-Guinea - krijgt de man die ooit Luc Walraven heette een brief van een Texelse vrouw, die hem na al die jaren naar het eiland doet terugkeren. Het is onvermijdelijk de gebeurtenissen van voorjaar ’45 onder ogen te komen. Hij weet niet welke herinneringen meer pijn doen: de gruwelijkste of juist de mooiste.

Lees de recensie van Yuri Visser: Texel, van oorlogsparadijs tot inferno, 5 november 2012 op de site van Historiek: http://historiek.net/texel-van-oorlogsparadijs-tot-inferno/19278/

Oorlogsparadijs, door Nico Dros, 2012, 363 p., Uitgeverij G.A. van Oorschot.
Site van Nico Dros waarop ook een passage uit het boek is te lezen, alsmede een interview met Nico Dros: www.nicodros.nl/oorlogsparadijs.htm



Life in the museum

Het boek Life In The Museum bevat interviews met veertien medewerkers van het Georgisch Nationaal Museum dat bestaat uit tien afzonderlijke musea en twee onderzoeksinstituten. In de musea wordt Georgië's rijke erfgoed bewaard van kunst, archeologie, ethnografie, architectuur en natuurlijke historie. Het oudste museum - het Simon Janashia Museum van Georgië - werd in 1852 gesticht en bevat meer dan een miljoen objecten waaronder de resten van waarschijnlijk de oudste mens van Europa die in de jaren tachtig in Dmanisi gevonden werden. Ze dateren van 1,8 miljoen jaar geleden. Gouden en zilveren voorwerpen, in 2004 en 2005 opgegraven, dateren uit de achtste tot de eerste eeuw v.C.

In 2004 zijn de belangrijkste Georgische musea - elk met zijn eigen geschiedenis en traditie - verenigd in een instituut, het Georgisch Nationaal Museum. In datzelfde jaar is het plan opgevat de musea grondig te renoveren en een modern museumbeleid te ontwikkelen naar internationale maatstaven. Daarmee komt er een eind aan de laatste episode van een tijdperk. Het doel van dit boek is een licht te werpen op deze overgangstijd. Wat zullen de gevolgen zijn van de veranderingen voor het dagelijkse leven in het museum: de versleten stoelen, de dagelijkse gesprekken van het personeel, de gezellige sfeer, de tentoonstellingsruimten die weggezonken zijn in de tijd en de kacheltjes waarop hete koffie en thee gezet wordt voor de kleumende suppoosten? Allemaal vragen van Ingrid Degraeve in haar Voorwoord..

Er is weinig twijfel dat de musea in hun huidige vorm zullen verdwijnen en daarom is het de hoogste tijd voor een reeks laatste gesprekken met de "inwoners" van het museum en een fotografisch verslag van het interieur.
De "inwoners" zijn jonge en oude medewerkers, vrouwen en mannen: een onderzoeker, een gids, een expert, een toezichthoudster, een schoonmaakster, een curator, een caissière, een technicus en een manager.
Het leitmotif van alle gesprekken is de verweving van het museumleven en het privéleven van de medewerkers. Hoewel ze zwaar onderbetaald worden en de werkomstandigheden allesbehalve optimaal zijn, vind je bij hen geen spoor van vervreemding van hun werk, in de zin zoals Karl Marx dat beschreven heeft.
Integendeel, de museummedewerkers vinden hun identiteit in hun werk. Dat kan alleen als werk deel uitmaakt van een sociale relatie en dat is, zoals uit de gesprekken is gebleken, het geval. De conflicttheoreticus en socioloog Randall Collins beweert dat mensen bereid zijn minder geld te verdienen als ze geestelijke groei daarvoor terug krijgen.
Uit de gesprekken met de museummedewerkers blijkt wat voor plek werk inneemt in hun leven en wat voor sociale contacten het museum voortbrengt. Ondanks het armzalige salaris, de sociale onrust, de oorlog met Rusland en de economische crisis zijn er ook hoogtepunten geweest.

Life In The Museum is een prachtig, vaak ontroerend tijdsdocument met ware, ongelooflijke verhalen van mensen in de leeftijd van veertig tot in de zeventig die allen op hun manier proberen zich staande te houden in een land waar de zekerheden zijn weggevallen. De eerste geportretteerde is Nino Skhirtladze, een schoonmaakster met "het oog van een dichteres" en werkzaam in het Museum van Schone Kunsten.
Het laaste hoofdstuk bevat interviews met drie vrouwen van het Karvasla museum waar porselein, keramiek, tapijten en huishoudelijke artikelen bewaard worden. In het hart van het boek is een hoofdstuk gewijd aan Gia Akhvlediani, bekend bij menig toerist. Hij is een karakteristieke kunstenaar die mooie schilderijen en houtsneden heeft gemaakt. Akhvlediani gidst je een hele dag door het museum als je wilt, en vertelt onderhoudend over details in zijn Etnografische museum, mooi gelegen in de open lucht aan de rand van Tbilisi, met zijn authentieke, Georgische huizen uit vorige eeuwen.

Het idee voor het boek kwam van Ingrid Degraeve. Zij richtte in 1999 achtereenvolgens het Docentschap Nederlandse taal op aan de Ilia Chavchavadze-universiteit in Tbilisi, een centrum voor hedendaagse kunst en een uitgeverij, Link genaamd. De interviews in het boek zijn afgenomen door Ingrid Degraeve en journaliste Tamar Babuadze, de foto's zijn gemaakt door fotografe Irina Abjandadze; samenstelling, redactie en voorwoord zijn van Ingrid Degraeve.


Links: Simon Janashia Museum van Georgië. Rechts Museum van Schone Kunsten


Links: Historisch Museum (Karvasla). Rechts: Museum van Schone Kunsten.


Links: Museum van Schone Kunsten. Simon Janashia Museum van Georgië

Life In The Museum is geschreven in het Engels en het Georgisch. Met een Inleiding van David Lordkipanidze, directeur van het Georgisch Nationaal Museum. 304 p., geillustreerd met foto's in zwart/wit en kleur. Uitgave van Link, Tbilisi, 2010.




Geruisloos geraas

Op 21 oktober 2011 werd in boekhandel/uitgeverij Pegasus in Amsterdam de gedichtenbundel Geruisloos geraas feestelijk gepresenteerd door samenstelster en vertaalster Ingrid Degraeve. Het is de eerste bloemlezing van eigentijdse Georgische poëzie in een Nederlandse vertaling. De bundel is ontstaan uit materiaal dat Degraeve op aanvraag van het Poetry International Festival in Rotterdam verzamelde. Op de 38ste editie van het festival werden in 2007 voor het eerst dichters uit de Kaukasus uitgenodigd.
Degraeve: "Toen viel het op dat de dichters heel verschillende stemmen laten horen en die indruk is ook in deze bloemlezing bewaard gebleven. De vertalingen van de gedichten kwamen dan ook in nauwe samenwerking met de dichters tot stand".

In de bundel zijn gedichten van tien eigentijdse Georgiërs opgenomen, geboren tussen 1957 en 1978: Rati Amaghlobeli, Nika Djordjaneli, Ela Gotjiasjvili, Sjota Iatasjvili, Roesoedan Kaisjaoeri, Zviad Ratiani, Zoerab Rtveliasjvili, Lela Samniasjvili, Maia Sarisjvili en Zaza Tvaradze. Alle tien publiceerden hun werk voor het eerst nadat Georgië zich in 1999 onafhankelijk verklaarde van de Sovjet-Unie.
In het Voorwoord legt Degraeve in het kort uit dat de Georgische literatuur een geschiedenis van 1500 jaar kent en dat de Georgiërs hun identiteit voor een groot deel aan taal en literatuur ontlenen: "Wie het stadsplan van Tbilisi openvouwt en een praatgrage Georgiër in de buurt heeft, zal ontdekken dat bijna alle straten naar een schrijver zijn genoemd. Als je ergens in de stad met iemand een afspraak maakt, kom je steevast in de schaduw van een standbeeld van een schrijver te staan".
Dat is waar. Er is waarschijnlijk geen stad ter wereld met zoveel standbeelden van schrijvers en dichters.
In afgelegen dorpen in de bergen houden mensen op feestdagen wedstrijden in het dichten en wie erin slaagt improviserend de mooiste verzen te verzinnen, valt de meeste bijval te beurt: "De volkspoëzie die in prachtige bundels is verzameld, doet niet onder voor de klassiekers", aldus Degraeve.

Ingrid Degraeve (1972) is neerlandica en woont in Brussel en Tbilisi,waar ze werkt als vertaler, schrijver, docent Nederlands, uitgever en kunstcurator. Ze publiceert vertalingen uit het Frans, Duits en Georgisch. Sinds 2008 werkt zij ook als projectleider aan het Taaluniecentrum Nederlands als vreemde taal in Brussel.
Op initiatief van Ingrid Degraeve is het Docentschap Nederlands opgericht en in september 1999 van start gegaan aan de Ilia State University in Tbilisi.
Zie daarover meer op de pagina Docentschap Nederlands Tbilisi op deze site. Klik hier.

In het fraai vormgegeven en rijk geïllustreerde lliteraire tijdschrift Poëziekrant van januari/februari 2011 staat het artikel: Georgië wapent zich met poëzie, geschreven door Lukas de Vos waarin inhoud en betekenis van de Georgische poëzie nader verklaard wordten en waarin Ingrid Degraeve vertelt over haar passie voor de Georgische poëzie en hoe zij ertoe kwam in 1999 in Georgië te gaan werken.
De Poëziekrant is een uitgave van het Poëziecentrum in Gent en verschijnt 8 keer jaar. Los nummer: 12 euro incl. verzending naar Nederland. https://www.poeziecentrum.be/pk1-2011

Geruisloos geraas - Hedendaagse poëzie uit Georgië. Samenstelling, vertaling en voorwoord door Ingrid Degraeve, uitgever Poëzie Centrum, Gent, 2010, 135 p., € 22,50
https://www.poeziecentrum.be/geruisloos-geraas-hedendaagse-poezie-uit-georgie-samenstelling-vertaling-en-voorwoord-door-ingrid

Ingrid Degraeve (links) leest voor uit 'Geruisloos geraas'.
Geheel rechts Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr.




 


De etalage van boekhandel Pegasus, Singel 367 in Amsterdam, lag in de week van 21 oktober 2011 geheel uitgestald met boeken over Georgië en Georgische literatuur




The  (Social) Democratic Map of  Eastern Europe,
South Caucasus and Central Asia


Begin 2012 heeft de Alfred Mozer Stichting*) samen met het European Forum for Democracy and Solidarity het boek The (Social) Democratic Map of Eastern Europe, South Caucasus and Central Asia - And the outlook for the future gepubliceerd.
De bijdragen in het boek zijn van experts en het resultaat van drie conferenties die het European Forum met o.a. de Alfred Mozer Stichting in 2010 en 2011 heeft georganiseerd in Kiev, (Oekraïne), Tbilisi, (Georgië) en Almaty (Kazakhstan).
Op deze conferenties waren vertegenwoordigers van politieke partijen aanwezig. Academici en burgers discussieerden met Europese collega's over de historische ontwikkeling van de democratie en de sociaal-democratie sinds hun onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie en over de huidige situatie van hun land.

Het European Forum is nu bijna twee decennia bezig de krachten van de sociaal-democraten van Europa te bundelen in een poging democratiseringsprocessen op gang te brengen in buurlanden van de Europese Unie. In een aantal landen is dat gelukt. Sociaal-democraten zijn actief betrokken geweest in de post-communistische landen zoals de nieuwe, tot de EU toegetreden lidstaten en de kandidaatlanden. Gedacht werd dat hetzelfde zou gebeuren in de landen die deel hebben uitgemaakt van de Sovjet Unie. Maar in 2012 kan men niet anders dan concluderen dan dat deze analyse niet juist is gebleken, ondanks de pogingen van diverse sociaal-democratische en socialistische organisaties, waaronder het European Forum. Uitzonderingen zijn de Baltische landen. De nieuwe buren in het Oosten - Wit-Rusland, Oekraïne, de Russische Federatie en Moldova - hebben niet dezelfde soort transitie doorgemaakt, noch hetzelfde democratiseringsproces ondergaan. Dat geldt ook voor de drie landen van de Zuidelijke Kaukasus - Georgië, Armenië, Azerbeidzjan - en Centraal-Azië.

Er rijst een vraag: waarom verliep de transitie in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie succesvol, terwijl dat bij de post-Sovjet landen niet ging? Wat kunnen we hiervan leren wat betreft de in die landen toegepast methoden?
Een van de verklaringen is het dicht in de buurt gelegen zijn van de EU en de zogenaamde 'wortel' van EU-lidmaatschap. Het uitzicht op integratie met Europa - of het gebrek daaraan - speelt een belangrijke rol in het transitieproces. Landen die lidmaatschap aangeboden kregen - Centraal Europa, de Baltische landen, de westelijke Balkan - voerden sneller democratische hervormingen door dan niet-kandidaatlanden.
Het aanvankelijke enthousiasme in landen als Oekraïne nam af nadat de coalitie-regering van de Oranjerevolutie vervangen werd door een dichter bij Moskou dan Brussel staande regering. De betrekkingen met de EU zijn sindsdien slechter geworden vanwege de gevangenschap van de belangrijkste oppositieleider.
In Moldova waar de EU zeer populair is, kan hetzelfde gebeuren als blijkt dat lidmaatschap nog ver weg is. Wit-Rusland en Rusland zijn een ander verhaal. Rusland heeft nooit enige blijk gegeven tot de EU te willen toetreden en Wit-Rusland heeft een leider die elke openbare discussie in de kiem smoort.
In de Zuidelijke Kaukasus, waar integratie met Europa door veel mensen verwelkomd wordt, en doel is van het officiële buitenlandse beleid van Georgië, begrijpt men dat het niet zal gebeuren, tenminste niet op korte termijn. Als gevolg daarvan wordt de meeste nadruk gelegd op concrete resultaten in de vorm van handel en samenwerkingsverdragen met de EU en visa -versoepeling.
Centraal Azië is ook een apart geval. De officiële ideologieën van de meeste regeringen benadrukken het bijzondere karakter van de regio. Deze landen zullen in feite nooit tot de EU gaan behoren, omdat ze geen deel uitmaken van Europa en ook niet de ambitie hebben. De EU is een belangrijke handelspartner, maar heeft een sterke concurrent, in de eerste plaats in Rusland dat sterke culturele en economische banden heeft met de post-Sovjet-landen in die regio.

Het hoofdstuk waarin Georgië behandeld wordt heet: The Politics of the South Caucasus, geschreven door Max Bader, onderzoeker en leraar aan de Universiteit van München. Aandacht wordt besteed aan verschillende niveaus van autoritair regeren, de obstakels van democratische ontwikkeling en verandering via instituties in plaats van via revoluties.
Het ontbreken van democratisering heeft te maken met het ontbreken van een politieke wil bij de leiders om democratie toe te laten. De beste manier om democratie te ontwikkelen is door middel van institutionele verandering.
Het boek bevat naast de hoofdstukken met analyse van de huidige situatie en de prognoses voor de toekomst een verslag van de conferenties en de discussies in Kiev,Tbilisi en Almaty. Op de conferentie in Tbilisi was Ghia Nodia aanwezig, directeur van het Caucasus Institute for Peace, Democracy and Development, alsmede Irakli Petriashvili, leider van de Georgische vakcentrale.

*) De Alfred Mozer Stichting (AMS) is een aan de PvdA gelieerde, maar onafhankelijk van de partij opererende stichting die zich al meer dan twintig jaar inzet voor de ondersteuning van partijen en organisaties in landen waar de democratie onder druk staat. Sinds de oprichting in 1991 is er veel veranderd in Europa. Sociaaldemocraten in Midden en Oost Europa decennia lang onderdrukt door het communistische regime. Toen er meer vrijheid ontstond, met als hoogtepunt de Val van de Muur, kwam er een golf van vragen om hulp bij de opbouw van politieke partijen. De PvdA besloot daarom een speciale organisatie op te richten: de Alfred Mozer Stichting (AMS).

The (Social) Democratic Map of Eastern Europe, South Caucasus and Central Asia, 95 pagina's, geredigeerd door Marina Ohanjanyan en Jan Marinus Wiersma. klik hier.

European Forum: https://europeanforum.net/

U P D A T E

In juni 2013 is de AMS met de Evert Vermeer Stichting (EVS) gefuseerd tot de Foundation Max van der Stoel (FMS). www.foundationmaxvanderstoel.nl



De Russisch-Georgische oorlog van 2008

Een redactioneel team van de Franse website Colisée - Comité de Liaison pour la Solidarité avec l'Europe de l'Est, heeft een dossier samengesteld van artikelen door verschillende auteurs over de Russisch-Georgische oorlog van augustus 2008. De artikelen zijn ingedeeld in zeven hoofdstukken.
Titel: Dossier: la guerre russo-géorgienne d'août 2008.

Het dossier verscheen op 8 augustus 2011.

Titel van de hoofdstukken:

1. Des relations historiques mouvementées.
2. Les forces militaires en présence en août 2008.
3. Les opérations.
4. Les bilans.
5. Deux points de vue.
6. Trois années de gel.
7. Et après?

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Frankrijk verleent aan Colisée geen subsidie meer sinds 2012. De redactie zette de website van Colisée voort  en veranderde de naam in Comité pour l’information sur l’Europe de l’Est.

https://colisee.wordpress.com/category/georgie/

https://www.colisee.org/georgie/



Oekraïne en Georgië

Dolf de Vries tijdens de presentatie van 'Oekraïne en Georgië'
op de
Ambassade van Georgië in Den Haag, 14 oktober 2010

In oktober 2010 verscheen bij uitgeverij Van Reemst het boek Oekraïne en Georgië, geschreven door Dolf de Vries.
Het boek is het dertiende deel van een serie reisverslagen, de zogenaamde 'rugzak'-serie, die begon met een reis door China in de jaren tachtig. Ging de reis door China nog per trein en boot, Oekraïne en Georgië doorkruiste De Vries met zijn echtgenote Lout in een kampeerbus.

De reis door Georgië begon aan de grens met Turkije - op weg naar Batoemi - waar de beschreven taferelen ons bekend voorkomen. Bureaucratie is een zich handhavende macht doorheen de tijd, wat voor regime er ook in een land heerst. De gevolgen van bureaucratische slordigheden van douanebeambten moest ook het echtpaar De Vries ondervinden. Oppassen dus dat je de noodzakelijke stempels verzamelt aan de loketten.
Oekraïne en Georgië is een vlot lezend boek, eigenlijk een dagboek, met persoonlijke reiservaringen, en is vooral interessant en nuttig voor mensen die deze landen nog niet eerder hebben bezocht. Onder het lezen proef je de sfeer van het land, leer je een beetje de mentaliteit van de mensen kennen en ga je je een voorstelling maken van wat je verwachten kunt.
Het aan Georgië gewijde gedeelte bevat dertien hoofdstukken met dagelijks verslag van de afgelegde route door het land, alsmede historische toelichtingen en anekdotes.



Oekraïne en Georgië, door Dolf de Vries,
2010, Van Reemst/Unieboek, 303 p.,
gebonden, met landkaarten, € 19,99.








Georgië/Armenië Dominicus Reisgids

Karrel Onwijn
Op zaterdag 24 juli 2010 is in boekhandel Pied à Terre te Amsterdam de nieuwe reisgids Dominicus Georgië/Armenië met tekst en foto's van Karel Onwijn feestelijk gepresenteerd.

Na de toespraak van de auteur en een inleiding van de uitgever, kreeg de Nederlandse ambasssadeur in Georgië en Armenië, Pieter Langenberg, een exemplaar van de gids overhandigd, waarna hij vertelde over zijn verblijf in Georgië.
Het is de eerste reisgids over Georgië en Armenië in de Nederlandse taal. De entourage van de doop van dit boek had overigens niet beter kunnen zijn. Pied à Terre is een in geografie gespecialiseerde boekhandel, waar je boeken, gidsen en kaarten uit alle delen van de wereld kan vinden.

Karel Onwijn heeft voor zijn reisgids een gebalanceerde selectie gemaakt uit de talrijke en gevarieerde toeristische mogelijkheden in Georgië en Armenië. Bij deze keuze heeft hij een breed publiek voor ogen gehad, alsmede de kwaliteit van de bezienswaardigheden en attracties. Maar, ook zijn persoonlijke voorkeur is in het boek terug te vinden.

Het boek bevat veel adviezen, tips, en praktische informatie zoals namen van musea, hotels, restaurants, aanbevolen literatuur, (lokale) zeden en gewoonten, feestdagen, vervoersmogelijkheden.
Een Georgische en Armeense basisvocabulaire, in fonetisch schrift, ontbreekt evenmin.
Hoofdstukken bevatten belangrijke momenten uit de historie van het land, gegevens over het landschap, de economie, de politiek en de verhouding met Rusland.
Plaatsen die de moeite waard zijn vanwege bouwkunst, kunstschatten en folklore komen uitgebreid aan bod.
Liefhebbers van de natuur vinden interessante informatie over de mooiste natuurgebieden; fervente vogelaars worden op hun wenken bediend in het Colchis Nationaal Park, waar vlak bij het Paleastomi-meer ruim 170 vogelsoorten voorkomen.


Links: Auteur Karel Onwijn (geheel links) overhandigt een exemplaar van Dominicus Georgië/Armenië aan de Nederlandse ambassadeur in Tbilisi, Pieter Langenberg (rechts). In het midden Klaas-Jan Hoeve, de uitgever van het boek (Uitgeverij Gottmer, Haarlem).|
Rechts en onder: Aan de lange houten tafel lezen en signeren van de reisgids 'Dominicus Georgië/ Armenië'



Het Sakartvelo ensemble luisterde de boekpresentatie
op met Georgische liederen




Karel Onwijn is historicus en begeleidt rondreizen en traint expats die in de Kaukasus gaan werken. In februari 2015 werd hij uitgenodigd om een lezing te geven op de Universiteit van Leiden. Voor de website leidenruslandblog,nl schreef hij het artikel Georgië en de Russische factor (13 februari 2015).



  
Boven en onder v.l.n.r.: Omslag van de tweede (2013),
derde (2015), vierde (2017) en vijfde (2018) druk van
Georgië en Armenië








Maidan - navel van de wereld

Op het 34ste Internationale Film Festival Rotterdam, gehouden van 26 januari -
6 februari 2005 is de film
Maidan, navel van de wereld van Dato Janelidze vertoond. Maidan is een plein in Tbilisi en was het centrum van de Kaukasus in voorgaande eeuwen, waar de volkeren elkaar ontmoetten.
Bij een voorvertoning van de film op het Tbilisi International Film Festival in oktober 2004 werd Maidan onderscheiden met de Sergo Paradjanov prijs.

Het Maidan plein ligt in het oudste deel van Tbilisi. Hier is de stad ontstaan rond de warmwater-bronnen, waar Tbilisi zijn naam aan ontleent; tbili betekent warm. Het was het centrum van de Kaukasus in voorgaande eeuwen, een handelsplaats voor allerlei waren, tapijten, stoffen, edelstenen, en een plek waar verhalen werden verteld.
Oost en West raakten elkaar in Tbilisi, en nog steeds. Moslims, Christenen, Joden en zonaanbidders wonen al eeuwen naast elkaar, zijn elkaars buren. Armeniërs, Georgiërs, Yezidi, Russen en Azeri spreken elkaars taal. Zou het kunnen zijn dat juist de verschillen tussen de mensen aan de basis liggen van elke ontmoeting, op elk plein, in elke stad, in elke samenleving?

Maidan werd in februari 2005 geselecteerd voor het 22nd Jerusalem International Film Festival, gehouden van 7 tot 16 juli 2005.

Maidan, Nave of the world, IFFR: https://iffr.com/nl/2005/films/maidan-nave-of-the-world
De film duurt vijftig minuten.Producent: Pieter Jan Smit.



Ein Blick Georgien

ein Blick Georgien - Analyse, Fakten, Reflexionen is een uitgave van Lile.
'Lile - Deutsch-Kaukasische Gesellschaft' werd in 1999 in Hamburg opgericht door Marika Laupauri-Burk met een groepje Georgische en Duitse vrienden met als doel het bevorderen van culturele betrekkingen en begrip tussen de Kaukasische landen en Duitsland.
Marika studeerde piano en orgel aan het conservatorium van Tbilisi en was sinds 1986 als soliste verbonden aan het Philharmonisch Orkest van Tbilisi.
De naam Lile betekent in het Svanetisch "zon". Lile organiseert jaarlijks culturele dagen in Hamburg en begeleidt een project voor de restauratie van een kerk in Kachetië.

Het veertig pagina's tellende ein Blick Georgien bevat verschillende bijdragen, waarvan er drie zeer de moeite waard zijn om te lezen in verband met de oorlog tussen Rusland en Georgië van augustus 2008.
Er heerst veel verwarring over de oorlog en de relatie tussen Rusland en Georgië, en ook is gebleken dat een gebrek aan de juiste achtergrondkennis leiden tot het trekken van verkeerde conclusies. Relevante artikelen over de toedracht van het hele conflict zijn dan ook meer dan welkom.
Lees in ein Blick Georgien vooral de drie volgende artikelen: Georgien und der russische Imperialismus van Dr. Gia Trotladze, Einige Erläuterungen zu Südossetien van prof.dr. Julon Gogoschidze en Den Krieg gegen Georgien bereitete Russland vor und fing ihn selbst an door Andrey Illarionov.

Andere bijdragen in dit nummer: Not a better future door kunstenaar Gia Edzgweradze, Georgien/Russland: Twin Powers door Dr. Zaza Schatirischwili, Nabucco - Geopolitischer Lackmustest des Kaukasus door Gotscha Djelia, Georgien zwischen Ethnos und Weltgesellschaft - Ein kulturphilosophischer Essay door Frank Tremmel en een Interview mit dem Philosoph und Schriftsteller Giwi Margwelaschwili door Frank Tremmel und Marika Lapauri-Burk.

Het eerste nummer van ein Blick Georgien verscheen in december 2008 bij Lile te Hamburg.
Prijs € 5,- + verzendkosten. Website www.lile.de is opgeheven.



Caucasus Analytical Digest

Op 17 december 2008 verscheen het eerste nummer van de Caucasus Analytical Digest (CAD), een maandelijks verschijnende digitale uitgave van het Research Centre for East European Studies aan de Universiteit van Bremen, Duitsland, (www.forschungsstelle.uni-bremen.de), het Center for Security Studies - CSS - aan de ETH Zürich en de German Association for East European Studies - DGO. De uitgave wordt financiëel mede gesteund door de Heinrich Böll Foundation in Tbilisi (www.boell.ge) en het Jefferson Institute in Washington, USA, (www.jeffersoninst.org).

Caucasus Analytical Digest geeft analyses van de politieke, economische en sociale toestand van de drie staten van de Zuidelijke Kaukasus, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan binnen de kontekst van veiligheid en internationale vraagstukken en de betekenis daarvan voor deze regio.
Het eerste nummer is gewijd aan de Russisch-Georgische oorlog van augustus 2008 en de gevolgen ervan voor de regio, alsmede aan de Europese politiek jegens de Zuidelijke Kaukasus. In dit eerste nummer is ook een enquête opgenomen over buitenlandse financiële hulp aan Georgië.
Aan het slot is een opsomming van relevante, chronologische gebeurtenissen in de drie landen, in de periode 29 november - 15 december 2008.
Bijdragen in dit nummer zijn van: Sabine Fischer, Haroutiun Khachatrian, Fariz Ismailzade.

Voor downloaden van nieuwste editie Caucasus Analytical Digest:
www.css.ethz.ch/publikationen/caucasus-analytical-digest.html
of  https://css.ethz.ch/publikationen/eastern-europe-analytical-digest-series.html



Historical Dictionary of Georgia

De Historical Dictionary of Georgia is een 732 pagina's tellende encyclopedie van de geschiedenis van Georgië. Het boek bevat meer dan achthonderd alfabetisch gerangschikte trefwoorden van namen, locaties, gebeurtenissen en verschijnselen vanaf 11.000 v.C tot heden.
Een inleiding van vierenvijftig pagina's vertelt over het land en de bevolking, de prehistorie, de opkomst van de samenleving en de staat, de Oudheid, de Middeleeuwen en de Gouden Eeuw, de binnenvallende vijanden, de oorlogen en tenslotte de inlijving bij Rusland, de Sovjet periode en de onafhankelijkheid.
Het boek bevat diverse geografische kaarten uit verschillende perioden, evenals een chronologische lijst van jaartallen met wetenswaardigheden, te beginnen met de vondst van schedels te Dmanisi die duiden op de eerste Europese nederzetting van mensen 1,77 miljoen jaar geleden, en eindigend met 7 februari 2007, de dag waarop een nieuwe terminal van het vliegveld van Tbilisi werd geopend.
Appendices met lijsten van vorsten, heersers, gouverneurs, presidenten en premiers, een staatje van bevolkingsaantallen, economische activiteiten en cijfers van het bruto nationale product alsmede een namenlijstje van de regio's met afmetingen en aantal inwoners, completeren het geheel.

Auteur van de encyclopedie is historicus dr Alexander Mikaberidze, docent Europese geschiedenis aan de Louisiana State University in Shreveport, LA. Mikaberidze studeerde internationaal recht aan de Universiteit van Tbilisi en was Minister van Buitenlandse Zaken van Georgië voordat hij naar de Verenigde Staten verhuisde. Mikaberidze is gespecialiseerd in de Franse Revolutie en Napoleon, waarover hij enkele boeken schreef.

Historical Dictionary of Georgia door Alexander Mikaberidze, met kaarten, 732 p., gebonden, $139,-, uitgave The Scarecrow Press, Lanham, Maryland - Toronto - Plymouth UK, 2007. Tweede druk: 2015,



Central Asia-Caucasus Analyst

De Central Asia-Caucasus Analyst is een veertiendaags tijdschrift, uitgegeven door het Central Asia-Caucasus Institute en het Silk Road Studies Program Joint Center van de Paul H. Nitze School of Advanced International Studies (SAIS) aan de John Hopkins University in Washington, D.C.
CACI en SRSP zetten in 2005 hun samenwerking voort in een gezamenlijk Research and Policy Center.

Al sinds 1999 publiceert het instituut dit tijdschrift met artikelen over Centraal-Azië, het Silk Road Studies Programm en de Kaukasus, aanvankelijk in gedrukte vorm en thans digitaal. Oprichter en redacteur is Svante Cornell, een van de gezaghebbendste experts op dit gebied.

De website biedt een overzicht van artikelen met analyses, actuele informatie, nieuws en verslagen. Bekijk eveneens de nummers in het archief.

Er is ook een zustertijdschrift: The Turkey Analyst, met analyses, artikelen en nieuws over Turkije's binnen- en buitenlandse aangelegenheden.
Ga naar: www.cacianalyst.org
http://www.silkroadstudies.org/



Georgisch tafelen

Georgisch tafelen is een rijk geïllustreerd kookboek met recepten uit de Georgische keuken. De auteurs, Simone Moerman en Ramaz Kalmakhelidze, schrijven dat Georgisch tafelen meer is dan eten. Gast zijn in Georgië is op zich al een belevenis en aan tafel zitten altijd een feest. Het banket is een opvallende traditie van Georgië, die tot op de dag van vandaag in het hele land wordt gekoesterd.
Het boek begint met een korte historie van Georgië en beschrijft de tafeltradities, waarvan het uitbrengen van toosts een heel belangrijk onderdeel is. Toosten in Georgië is niet zoals bij ons 'proost' of 'op je gezondheid' zeggen, maar een ware kunst. De aan tafel uitgebrachte toosts zijn meer een aaneengeschakelde keten van oorspronkelijke verhalen en anecdotes en wekken de verbale creativiteit in de tooster op. De dichter in de mens wordt aangesproken als hij aan een Georgische tafel wordt uitgenodigd iets te zeggen.
Een onmisbaar persoon aan tafel is de tamada of toostmeester. Hij leidt als een regisseur het tafelritueel en alleen op zijn uitnodiging mag de disgenoot de toost uitbrengen.

Georgisch tafelen bevat vierenzeventig recepten. Allereerst worden de basisingrediënten van de maaltijd, de kruiden en de sauzen geïntroduceerd. Belangrijke kruiden bijvoorbeeld zijn Georgische saffraan en Kaukasische fenegriek, onderdeel van de diverse kruidenmengsels die de Georgische keuken rijk is en de gerechten een specifieke smaak geven.
Met dit boek in de hand kunnen we aan de slag in de keuken: bonenschotels, gevulde aubergines, zalm in koriandersaus, schol in wijnsaus, gestoomde gehaktballetjes, lamsvleesgerechten, diverse soepen en desserts.
Natuurlijk ontbreken de allerbekendste gerechten niet: chatsjapoeri (kaasbrood), chinkali (deegkussentjes met gehaktvulling), en de verrukkelijke mtsjadi (maïsbroodjes) die vers worden gebakken voor het ontbijt op het platteland.
Georgische wijn komt ook aan bod, de namen van de verschillende soorten rode en witte wijn, de streek waar ze vandaan komen en de bereidingswijze volgens aloude traditie. Het laatste recept in het boek betreft de walnotenlikeur, gemaakt van tsjatsja, een gedistilleerd uit druiven. Met 200 gram suiker, 10 groene walnoten, de schil van een halve citroen en een liter water met 40 procent alcohol of gedistilleerd, tovert u een echte Georgische likeur tevoorschijn... misschien een idee voor komende Kerstmis!

Georgisch tafelen, door Simone Moerman en Ramaz Kalmakhelidze, met een voorwoord van Sandra E. Roelofs en een aanbeveling van Johannes van Dam, rijk geïll. met foto's, 144 pag., paperback, € 14,95, Uitgeverij Pereboom, Bussum.



Caucasian Review of International Affairs



The Caucasian Review of International Affairs (CRIA) is de nieuwe naam van het vroegere Caucasian Journal of European Affairs.
CRIA is een Engelstalig online wetenschappelijk kwartaaltijdschrift dat een breed scala aan onderwerpen - politiek, economie, recht en veligheidsvraagstukken - behandelt en de huidige ontwikkelingen in de drie landen van de Zuidelijke Kaukasus, Azerbeidzjan, Georgië en Armenië volgt. Het eerste nummer verscheen in de winter van 2006.
Doel is stimulering van een beter begrip van de gebeurtenissen in de regio door het geven van relevante achtergrondinformatie en analyses. Ook de omliggende landen worden daarbij betrokken.
Het tijdschrift kan in pdf formaat gedownload worden via de website van CRIA. Daar staan zijn actuele commentaren, boekrecensies en interviews te lezen.
Voor een wekelijkse analyse van de belangrijkste, recente gebeurtenissen is er de 'Caucaus update' waarop je je kunt abonneren.

Caucasian Review of International Affairs: http://cria-online.org

Na nummer 3 - zomer 2010 - zijn er geen nummers meer verschenen. http://cria-online.org/Journal/12/CRIA_Summer_2010_Full_Issue.pdf



Conflict in the Caucaus

Conflict in the Caucaus - Georgia, Abkhazia and the Russian Shadow gaat over de aanloop tot het streven naar afscheiding van de Georgische autonome provincie Abchazië en de strijd daarvoor van Abchazische separatisten, begin jaren negentig toen de Sovjet-Unie ineenstortte en Georgië een onafhankelijke staat werd.
De auteur is een Russische vrouw die vlak voor het conflict begon een nieuwe betrekking aanvaardde in Abchazië. Het Abchazisch Genootschap van Russische Cultuur, het zogenaamde Slavische Huis, had gevraagd om een specialist voor een taak in Soechoemi, de hoofdstad van Abchazië.
Dr. Chervonnaya - werkzaam aan het Instituut voor Etnologie en Etnische Antropologie van de Russische Academie van Wetenschappen - kreeg de opdracht de bestaande toestand in Abchazië te bestuderen en diverse etnische en culturele vraagstukken aan de orde te stellen.
Zodoende kreeg zij toegang tot vele documenten die in dit boek voor het eerst openbaar zijn gemaakt. Deze documenten tonen aan dat - hoewel er zeker etnische problemen bestonden - de gebeurtenissen in Georgië deel uitmaakten van een grondig bestudeerd en vooropgezet plan, beraamd door bepaalde elementen binnen de Russische en Abchazische politieke en militaire leiding. Doel van dit plan was het autonoom bestuurde Abchazië af te scheiden van Georgië en in te lijven bij Rusland.
Het boek beschrijft de gebeurtenissen, voorafgaande aan het openlijk uitbreken van de oorlog tussen separatisten en het Georgische leger, zeer gedetailleerd.

De vredesovereenkomst van 27 juli 1993, die leidde tot de terugtrekking van Georgische troepen, opende de weg tot de verschrikkelijke aanval op de hoofdstad Soechoemi door Abchazische separatisten. De Abchaziërs schoten hun eigen hoofdstad aan flarden. Vervolgens slaagden de Abchaziërs erin ongeveer tweehonderdduizend Georgische inwoners van Abchazië uit hun huis te verdrijven. De meesten verlieten Abchazië, vaak in barre omstandigheden, en vluchtten naar Tbilisi en andere delen van Georgië.
Deze etnische zuivering leverde een gigantisch vluchtelingenprobleem op voor Georgië.
Voor de zuivering woonden er 530.000 mensen in Abchazië. Tegen het eind van de jaren negentig, was dit aantal gereduceerd tot 120.000. De bevolking in Abchazië bestond voor veertig procent uit gemengde - Georgisch-Abchazische - families. Men was niet alleen bloedverwant van elkaar, men ging ook als buur en als vriend met elkaar om.
Het conflict was in wezen niet een Georgisch-Abchazisch conflict maar een conflict dat Rusland met separatisten creëerde om zijn eigen belangen te behartigen.

Het Abchazische conflict werd niet opgelost en bleef doorsudderen. Een doorn in het oog van Abchazië is dat het niet of nauwelijks door andere landen officieel erkend is als een onafhankelijke staat. Om nieuwe gevechten - vooral aan de grens - te voorkomen tussen Georgië en Abchazië, werden er vredestroepen gestationeerd aan de grens. Talrijke internationale bijeenkomsten en ontwerpen van verdragen over de status van Abchazië en de relatie met Georgië leverden geen concreet resultaat op. Men werd het niet eens.
Het boek is tweedehands verkrijgbaar en aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag. Een must voor iedereen die wil weten hoe ook de Russen politiek bedrijven met het aloude en beproefde (geo)politieke verdeel-en-heers-instrument.

Conflict in the Caucasus - Abkhazia, Georgia and the Russian Shadow, door Svetlana Chervonnaya, met een voorwoord van oud-president Eduard Sjevardnadze, Gothic Image Publications Somerset, UK, 1994, 228 p., met foto's



Taalgids Georgië

Van dezelfde auteurs als van het Georgisch-Nederlands woordenboek verscheen eind december 2006 een nieuw boek van hun hand: Taalgids Georgië.
S.R. Moerman en R. Kalmakhelidze schreven een praktische hulp voor reizigers in Georgië. Aan bod komen woorden en uitdrukkingen die de reiziger van pas komen, van het simpele "ja" - diach - tot "maandag kom ik langs" - orsjabats moval.
Naast een woord of kort zinnetje in het Nederlands en het Georgische schrift staat steeds de transcriptie voor de juiste uitspraak. In principe is kennis van het Georgische alfabet niet nodig om de woorden te kunnen uitspreken.

Thema's die ter sprake komen: reizen per vliegtuig, trein en bus, de weg vragen, problemen voorkomen en oplossen, praktische zaken zoals levensmiddelen, maten en gewichten, geldzaken, winkels, kleding, organisaties en personen.
Korte hoofdstukken gaan over het Georgische landschap en de natuur, kunst, cultuur en sport, geschiedenis, geloof en kerk, aan tafel gaan in een restaurant en het voeren van zakelijke gesprekken.
Aan het eind van het boek is een zeer beknopt overzicht van de grammatica van de Georgische taal opgenomen, waarin o.m. de naamvallen, enkelvoud en meervoud van woorden en vervoeging van het werkwoord behandeld worden.

Taalgids Georgië heeft een pocketformaat (gelijmd), telt 209 pagina's en is geïllustreerd met een regiolandkaartje en het metrolijnennet van Tbilisi. Prijs € 15. Uitgever: Academia Press, Gent, België.



De man die zijn hoofd verloor

Erlom Akhvlediani en Ingrid Degraeve
Op 6 november 2006 is in Amsterdam de verhalenbundel De man die zijn hoofd verloor van de Georgische schrijver Erlom Achvlediani gepresenteerd in het bijzijn van de auteur en de vertaalster van het boek, Ingrid Degraeve.
Het is het tweede boek van Achvlediani in Nederlandse vertaling. In 2003 verscheen Vano en Niko.

De presentatie was een feestelijke en gevarieerde gebeurtenis, georganiseerd door uitgeverij Voetnoot, geestelijke zorginstelling Mentrum, adviesbureau De Processpecialisten en kunstuitleen Beeldend Gesproken.
Hier kwamen verschillende werelden samen met meer raakpunten dan op het eerste gezicht lijkt: geestelijke gezondheid, literatuur, beeldende kunst en Oost-Europa.
De locatie was ongebruikelijk, in De Fabriek aan de Nieuw-Zeelandweg, buiten Amsterdam gelegen op een industrieterrein waar vlakbij ook de Amsterdamse vuilverbranding zijn werk doet.
De Fabriek ziet er van buiten zakelijk en strak uit, het interieur daarentegen is een kunstzinnige, hoge ruimte met een galerij en een podium, vol kleur en vorm, contrasterend met de grauwe buitenwereld op een novemberdag. Er is in De Fabriek veel kunst te bewonderen. Naast de opvallende en uitbundige muurschilderingen, was er op de dag van lancering van Achvlediani's boek een twintigtal schilderijen te zien op de tentoonstelling "Verlies je hoofd".

Dichter Arthur Lava (links)
neemt een ingelijst gedicht in ontvangst
van Jeroen Muller








De man die zijn hoofd verloor bestaat uit een aantal symbolische dierenverhalen en korte vertellingen over een man die van de ene vreemde situatie in de andere belandt. In de parabels schuwt Achvlediani de humor niet. De korte verhalen hebben vaak een surrealistisch, raadselachtig einde. Tegen alle regels in, brengen de woorden een volstrekte onmogelijkheid tot stand. Ze doen soms denken aan koans.
Op de presentatiemiddag las Achvlediani een verhaal voor in het Georgisch. Naast hem gezeten gaf Ingrid Degraeve een vertaling. Vervolgens vuurde de Amsterdamse dichter Arthur Lava een aantal gedichten af, een daarvan in het Georgisch uitgesproken. Na afloop kreeg hij een ingelijst gedicht aangeboden door Jeroen Muller, voorzitter van Mentrum.

Erlom Achvlediani werd in 1933 in Georgië geboren waar hij aan de Universiteit van Tbilisi oriëntalistiek studeerde. Later vestigde hij zich in Moskou als scenarioschrijver. Hij heeft een indrukwekkende lijst klassieke films uit de Sovjet-tijd op zijn naam staan (Pirosmani van Giorgi Shengelaia en April van Otar Josseliani).
Akhvlediani schreef zijn verhalen in de jaren 1957 en 1958, zonder bedoeling ze te publiceren. Het is overigens nog maar de vraag of dat had gekund. Zijn verhalen stonden te ver af van het genre dat in die tijd in de Sovjet-Unie was toegestaan. Als Achvlediani al een lezerspubliek voor ogen stond, dan waren het kinderen. Sommige verhalen werden dan ook als kinderboek uitgegeven, het merendeel bleef liggen tot de jaren zeventig, toen de atmosfeer losser begon te worden en er meer vrijheid kwam om te publiceren in tijdschriften.
Achvlediani heeft inmiddels de status van een cult-auteur. Hij is populair bij schrijvers, kunstenaars en filosofen en heeft een heel eigen plaats veroverd in de Georgische literatuur.

Ingrid Degraeve is in 1972 in België geboren. Zij nam het initiatief tot de oprichting van een afdeling Nederlandse taal aan de Chavchavadze State University (later omgedoopt tot Ilia State University) in Tbilisi in 1999. Meer info over Ingrid Degraeve op deze website: Docentschap Nederlands.

De man die zijn hoofd verloor, door Erlom Achvlediani. Samenstelling, vertaling en nawoord van Ingrid Degraeve. Geïllustreerd door Sasa Svolikova, 95 pag., € 17,50
Uitgeverij Voetnoot, Amsterdam
www.voetnoot-publishers.nl






The Political Landschap of Georgia

Het boek The Political Landschap of Georgia - Political Parties: Achievements, Challenges and Prospects werd op 26 sepember 2006 in Tbilisi gepresenteerd in het bijzijn van leiders van Georgische politieke partijen.
Het boek is het resultaat van een anderhalf jaar durend onderzoek naar de politieke partijen van Georgië, uitgevoerd door het Georgische Caucasus Institute for Peace, Democracy and Development (CIPDD), het Nederlands Instituut voor Meerpartijen Democratie (IMD), met financiële steun van het OSCE Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR).

Sinds de onafhankelijkheid van Georgië in 1991 worstelt het land met zijn democratische, partijpolitieke systeem. Stapje voor stapje wordt er vooruitgang geboekt en wordt er gereageerd op nieuwe uitdagingen. Maar wat voor vooruitzichten zijn er? Hoe is de huidige toestand van de politieke partijen en hoe kan het systeem verbeterd worden om een bijdrage te leveren aan een levendige democratie? Op deze en andere vragen probeert dit boek een antwoord te geven.
Het is voor het eerst dat de Georgische politieke situatie zo uitvoerig is beschreven - met inachtneming van de historie van het land en de instabiliteit en armoede die de Kaukasus kenmerken - door een gemêleerde groep van experts, bestaande uit politici, Georgische academici en buitenlandse experts.
Er zijn hoofdstukken gewijd aan o.m. maatschappij en burgerschap, vrouwen en politiek, internationale steun voor politieke partijen, de relatie partij en staat, campagne voeren en verkiezingen, financiële bronnen, interne democratie en lidmaatschap.
Achterin het boek is een overzichtelijk hoofdstuk opgenomen met beschrijving van de voornaamste politieke partijen. Ontstaan, doelstellingen, opbouw van de organisatie, werkwijze, leiderschap en lidmaatschap worden erin behandeld.
Het Voorwoord is van Vladimir Shkolnikov en Jos van Kemenade. De laatste is voorzitter van het IMD, Shkolnikov is hoofd van het ODIHR. De aanbevelingen voor samenwerking met de politieke partijen van Georgië die in de slotconclusie van het boek worden gedaan, vormen de basis voor een verdere samenwerking tussen de drie partners, het CIPDD, het IMD en het ODIHR.

Redacteur en coördinator van het boek zijn Ghia Nodia en Álvaro Pinto Scholtbach.
Ghia Nodia is politieke wetenschapper en hoogleraar aan de Universiteit van Tbilisi. Hij is misschien wel Georgië's scherpzinnigste analyticus. Kort na de onafhankelijkheid van Georgië richtte hij met anderen de non-gouvernementele organisatie en denktank CIPDD in Tbilisi op; hij wordt overal uitgenodigd voor gastcolleges, lezingen en research aan universiteiten en instituten van Europa, de VS en Azië.
Álvaro Pinto Schotbach is politieke wetenschapper en directeur Multilaterale Programma's van het IMD in Den Haag.

The Political Landschap of Georgia, Redactie: Ghia Nodia en Álvaro Pinto Scholtbach, Uitgeverij Eburon, Oude Delft 224, Delft, 280 pag., geb., € 39,-. ISBN 9059721136.
https://eburon.nl/en/product/the_political_landscape_of_georgia/



Kaukasien - Geographische Rundschau


Het tijdschrift Geographische Rundschau kwam in maart 2006 uit met een nummer gewijd aan de Kaukasus, "het geopolitieke brandpunt van de 21e eeuw".  Het nummer is de moeite van het lezen waard vanwege de uitgebreide analyses en het vele feitenmateriaal.
Het inleidende artikel, van Jörg Staudelbauer getiteld Kaukasien - Raum zwischen Konflikt und Aufbruch begint in het jaar 1956 toen Nikita Chroesjtsjow in een geheime rede op het 20ste partijcongres van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie afrekende met het Stalintijdperk, daarin ook de deportatie van Sovjet-volkeren en hun terugkeer naar hun land ter sprake brengend. De auteur wijst op het gevaar van verkeerde inschattingen van gevolgen van conflicten en op de nog onvoltooide transformatie van de politieke, economische en sociale veranderingen die in dit gebied plaatsvinden sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de onafhankelijkheid van de landen van de Zuidelijke Kaukasus.
Artikelen:
- Die geopolitische Situation Kaukasiens - ein Ueberblick door Jean Radvanyi.
- De-Russifizierung: aktuelle ethnodemographische Prozesse in Nordkaukasien door Vitalij Belozerov en Pavel Polian.
-Tschetschenien, Konstruktionen und Wahrnehmung eines Konflikts in Literatur, Film, Internet und Realität door Elisabeth Cheauré, Verene Krüger en Jörg Stadelbauer.
- Tourismus in Georgien, Entwicklung und Herausforderungen door Karin Steinmetzer.
- Naturschutz im Kaukasus, Sicherung der biologischen Vielfalt durch Schutzgebiete door Peter A. Schmidt, Karl-Heinz Erdmann en Heinrich Schmauder.
- Erdölwirtschaft im Kaspischen Raum, Ressourcen, Erschliessung, Unternehmensstrategien door Friedemann Müller.
- Dezentralisation in Armenien door Gebhard Reu.

De artikelen zijn geïllustreerd met foto's en bevatten kaarten en statistieken. In het nummer is tevens een overzichtskaart over twee pagina's van Georgië opgenomen.

Geographische Rundschau, uitgave Westermann Verlagsgruppe, No 3, März 2006, 66 pag.:
www.geographischerundschau.de



Wenn die Heimat so weit entfernt ist

In de zomer van 2006 verscheen de gedichtenbundel Wenn die Heimat so weit entfernt ist van de in Duitsland wonende Georgische schrijver en journalist Jimsher Bedianashvili. De bundel bevat 90 gedichten in het Georgisch en 34 gedichten in het Duits.
Het boek bevat een voorwoord van Bagater Arabuli en een inleiding van Eka Bakradze. De laatste heeft het over wonen in een vreemd land, heimwee, ontworteling, een gebroken hart, maar ook over gastvrijheid, vriendschap en liefde.

"Een eeuwig verlangen zal de poëzie van Jimsher Bedianashvili voortaan vergezellen", schrijft zij, de vier laatste regels uit een van Bedianashvili's gedichten citerend:
Zarte Lilie schmückt meine Brust,
und es hat wieder angefangen betrübt zu regnen,
Wenn die Heimat so weit entfernt is,
wie kann ich ruhig im Bett schlafen?

Een gevoel van heimwee en moeilijk kunnen wennen, hebben veel geëmigreerde Georgiërs gemeen.
Maar al ademen Bedianashvili's gedichten een sfeer van verlangen naar Georgië, toch straalt er steeds ook hoop en liefde voor het leven door de melancholie heen.

Jimsher Bedianashvili werd op 23 februari 1963 in Roestavi geboren. Na militaire dienst studeerde hij journalistiek aan de Universiteit van Tbilisi.
In de jaren 1984 - 1996 werkte hij bij de krant Achalgasrda Komunisti en bij de radio en de televisie. Hij was tevens redacteur van het literaire tijdschrift Graal, en directeur van het televisiestation TBC 7.7.7.
Van 1989 tot 1991 gaf hij het ondergrondse tijdschrift Demokrati uit en deed hij mee met het streven naar een onafhankelijk Georgië.
Bedianashvili was correspondent voor de Georgische radio en deed verslag van de burgeroorlog in Abchazië begin jaren negentig van de vorige eeuw; hij werkte met buitenlandse televisiestations samen. Met het bataljon van Koetaisi nam hij deel aan de strijd in Abchazië.
Sinds 1996 woont Bedianashvili in Duitsland.

Bedianashvili schreef eerder de bundels: Offener Brief an eine Unbekannte, Die Teufel brachten den Sarg des Engels en Wenn nicht ich.


Ein Weg nach Nirgendwo

Das verrückte Leben rennt durch die Zeit
(auf den Felsen zerbricht sich der Wind)
wie gegen den sturm gekämpftes Kriegsschiff -
bin nach der Suche des Ufers des Friedens.

Ich weiss, der Weg führt mich nach nirgendwo
es wird das Feuer in Seele gelöscht.
schäbige Freske wird heruntergewaschen
und alle Tempel werden Ruinen.

Es sei der Tag vom Regen überflutet,
es sei das Leben so schwer und schmerzhaft,
sogar alt werden macht mir Freude
weil für mich is das auch die Liebe...

Wenn die Heimat so weit entfernst ist, door Jimsher Bedianashvili, uitgeverij Lomisi,
143 pag., geïllustreerd met tekeningen van Rusudan Petviashvili en de broers Tato en Levan Goglidze.

Verständnis durch Wissen  Bisher erschienen, Kreis Lippe, 18.12.2010:
https://www.nw.de/lokal/kreis_lippe/oerlinghausen/4098576_Verstaendnis-durch-Wissen-Bisher-erschienen.html
      


Verslag optreden 'Me Rustveli'

In mei 2006 was het zangkoor Me Rustveli voor een tournee in Nederland en België. René van Peer deed verslag van het optreden en verdiepte zich in het meerstemmige á capella repertoire van het koor. Me Rustveli is anders dan andere, ons beter bekende zangkoren en waarom dat zo is legt Van Peer uit aan de hand van de rijke historische zangtraditie van Georgië.

Lees het artikel Me Rustveli, een jong geluid in een oude traditie in het tijdschrift New Folk Sounds, augustus/september 2006, no. 106:
https://www.newfolksounds.nl/category/archief/magazine
Per 2012 verschijnt het magazine alleen nog digitaal. De papieren uitgave is stopgezet. Op de website staan alle nummers met cover en inhoud vermeld.



Digitale Nieuwsbrief in het Frans

Maandelijkse nieuwsbrief Les Infos Brèves France Géorgie. Hoofdredacteur: Mirian Méloua. Opgericht in 2003.

- informe des actualités géorgiennes et franco-géorgiennes,

- propose une revue de presse francophone, des infos brèves politiques et économiques, des rubriques sur le sport et la culture, des infos thématiques.

- est diffusée gratuitement, électroniquement, mensuellement, vers l'Allemagne, l'Argentine, l'Arménie, l'Australie, l'Autriche, l'Azerbaïdjan, la Belgique, le Canada, l'Espagne, les Etats-Unis, la France, la Géorgie, la Grande-Bretagne, l'Iran, l'Italie, les Pays-Bas, la Pologne, le Portugal, la République tchèque, la Roumanie, la Russie, la Suède, la Suisse et la Turquie,

- à des personnalités privées, à certains organismes internationaux (Nations Unies, UNESCO, Centre International Olympique, Banque Mondiale, Conseil de l'Europe, OSCE, Union Européenne, BERD, OCDE, Office International de la Francophonie), à certaines ONG, à certains représentants des corps diplomatiques, parlementaires et territoriaux, à certains médias.

Elle relève d'une initiative privée, née mi-2000 à Genève et poursuivie en 2003 à Leuville-sur-Orge (91 - France): elle est aujourd'hui soutenue par plus de 1700 destinataires.

Infos Brèves France Géorgie op Facebook: https://www.facebook.com/InfosBrevesFG

Overlijdensbericht Mirian Méloua:
https://www.samshoblo.org/archivage%20infos%20breves%20france%20georgie.htm

Website Samchoblo:  https://www.samshoblo.org/index.htm

Op de site van de Franse non-gouvernementele organisatie Colisée is gedetailleerde informatie te vinden over Georgië, emigratie en de geschiedenis van de Georgische diaspora in Frankrijk.
http://www.colisee.org/article.php?id_article=1099
Colisée is opgeheven begin 2014. Oorzaak: stopzetting subsidie.



Georgië & Armenië

Bij uitgeverij Informatie Verre Reizen - IVR - is in mei 2006 het boek Georgië & Armenië verschenen in de serie Te gast in. De serie bevat niet de standaard toeristische informatie maar originele en persoonlijke verhalen met achtergrondinformatie over de bewoners, hun omgangsvormen en levenswijze.
In een apart gedeelte op gekleurd papier is een kort woordenlijstje, reisinformatie en een literatuurlijst opgenomen.Totnutoe zijn er drieëndertig deeltjes verschenen in de serie.

Georgië & Armenië bevat bijdragen van Hans Rossel, Loes Nas, Karel Onwijn, René Does en Wieland de Hoon wat het deel over Georgië betreft. Voor Armenië droegen bij: Hans Rossel, Lutske Bonsma, Myrthe Korf en Carel Hofstra.
Zoals de uitgever zelf aankondigt bevat Georgië & Armenië persoonlijke en originele bijdragen en is het geen standaard toeristenboekje. Of dat gunstig is voor het gastland en of er zo een waarachtig beeld geschetst wordt, is de vraag. Laten we hopen dat het verhaal van Loes Nas bijvoorbeeld, Baden is een luxe, niet onder ogen van Georgiërs komt. Bij het lezen rijst de vraag waarom de redacteur van het boek een dergelijk verhaal heeft opgenomen. Als het grappig bedoeld is, schiet het zijn doel voorbij. Gast zijn in een land en daar waarachtig over schrijven, liefst met wat verbeeldingskracht, is een even grote kunst als gastheer of gastvrouw zijn.
De indeling van het boek roept bij openslaan nog een vraag op. Na het eerste deel over Georgië en het tweede deel over Armenië, volgt als laatste een verhaal over Svanetië. Svanetië hoort evenwel niet bij Armenië, maar ligt in het berggebied van Georgië. Volgens de uitgever bevat elk boekje in de serie aan het slot een avontuurlijk verhaal en dat is in het geval van Georgië & Armenië er een over Svanetië. Er wordt dus geen nieuwe afscheiding van een Georgische regio gesuggereerd.

Georgië & Armenië, 2006, 48 pag., met zwart-wit foto's; uitgave van Informatie Verre Reizen. https://www.dezwerver.nl/r/europa/georgie/



Georgisch-Nederlands woordenboek

In februari 2006 verscheen het Georgisch-Nederlands woordenboek, samengesteld door R. Kalmakhelidze en S.R. Moerman. In het boek zijn tienduizend meest gebruikte woorden van het moderne Georgisch opgenomen.
Simone Moerman studeerde politieke geografie en ontmoette Ramaz Kalmakhelidze in Tbilisi in 1995 tijdens haar afstudeerproject over natievorming via het onderwijs in Georgië. Ramaz studeerde oude geschiedenis en archeologie. Ze zijn getrouwd en wonen en werken in Amsterdam.
De afgelopen jaren zijn beiden met tussenpozen bezig geweest aan het woordenboek, waarmee zij, in hun eigen woorden: "Een bijdrage willen leveren aan de bekendheid van de Georgische taal en cultuur in Nederland en België".
Het Georgisch-Nederlands woordenboek heeft een pocketformaat (gelijmd) en telt 454 pagina's. De auteurs hebben ook een omvangrijke website gemaakt over landen in de Kaukasus: www.kaukasus.nl (site is opgeheven).


Het Georgisch-Nederlands woordenboek is uitgegeven bij Academia Press in Gent, België.








Nederlands-Georgisch woordenboek

Het moest een keer gebeuren, de publicatie van een Nederlands-Georgisch woordenboek. Maar wanneer?
Op 30 juni 2005 was het zo ver. Op deze dag werd het eerste Nederlands-Georgisch woordenboek gepresenteerd in Tbilisi. Dat gebeurde tijdens de 'Miss Kaukasus-verkiezingen' waar auteur Nino Djavakhadze uitgeroepen werd tot 'Miss Intellect 2005'.
16 Oktober volgde de presentatie in Nederland, in Gouda op de eerste openbare bijeenkomst, van de de onlangs opgerichte Stichting Georgische Diaspora.
Auteurs van het woordenboek zijn Artchil Djavakhadze (1959) en zijn dochter Nino Djavakhadze (1988), beiden geboren in Tbilisi.

Artchil en Nino
Het gezin Djavakhadze kwam in 1994 naar Nederland.
Artchil studeerde in de jaren tachtig weg- en waterbouwkunde aan de Technische Universiteit van Georgië en volgde daarna een rechtenstudie. Hij werkte bij de Ministerraad.
Nino zit momenteel in de hoogste klas van het VWO en gaat na haar eindexamen studeren aan de Erasmus Universiteit.
Vader en dochter begonnen aan het schrijven van het woordenboek in 1997.
Na twee jaar staakten ze hun werk. Maar, aangespoord door de nieuwe ontwikkelingen in Georgië na de Rozenrevoutie van november 2003 vatten ze weer moed om het boek alsnog te voltooien. In totaal zijn beiden drieënhalf jaar lang aan het boek bezig geweest.

Artchil heeft het woordenboek in eigen beheer uitgegeven, bij zijn bedrijf Aisi Consultancy, een te Gouda gevestigd vertaal- en adviesbureau. Sinds 1997 is hij beëdigd tolk/vertaler Georgisch en Russisch.
Het Nederlands-Georgisch woordenboek is gebonden met harde kaft, telt 387 pagina's met circa 12.000 woorden. Verkrijgbaar bij boekhandel Pegasus in Amsterdam.

U P D A T E
In 2013 verscheen bij uitgeverij Pegasus het Georgisch-Nederlands Woordenboek. Samen met het Nederlands-Georgisch woordenboek is het in één band verkrijgbaar: https://www.pegasusboek.nl/nederlands-georgisch-georgisch-nederlands-woordenboek.html




Seaside of Sorrow

Niko Tsuladze
In februari 2010 vond in Tbilisi de première plaats van de documentaire film Seaside of Sorrow. Cineast Niko Tsuladze werkte twee jaar lang aan deze film waarin historisch foto- en filmmateriaal is verwerkt, afkomstig uit verschillende archieven van Georgië, Sint Petersburg en Istanboel.
Onderwerp van de film is de gedwongen emigratie en deportatie van Abchaziërs uit hun land in de negentiende eeuw, hun in Turkije wonende nazaten en de slachtoffers van de Abchazische afscheidingsoorlog van 1991-1993. In die laatste oorlog vluchtten 250.000 Georgiërs weg uit Abchazië.

De film laat een klein deel van de Kaukasische geschiedenis zien waarvan de meesten in het Westen geen weet hebben. Feit is dat de vele verschillende Kaukasische volkeren in het verleden niet tegen elkaar vochten. Er waren geen etnische oorlogen, wel conflicten en overvallen. Maar daar stond een rechtssysteem tegenover. Wel waren er bendes in de achttiende eeuw die de Kaukasus teisterden. Deze bendes waren overigens samengesteld uit duizenden ontheemden, als gevolg van de voortdurende oorlogen tussen het tsaristische Rusland, het Ottomaanse Rijk en het Perzische Rijk, die elkaar de Kaukasus betwistten. Het eerste etnische gewelddadige conflict brak uit tussen Armenië en Azerbeidzjan ten tijde van de opkomst van de bolsjewisten, begin twintigste eeuw, en is een modern verschijnsel in de Kaukasus.

Tsaar Nicolaas I gaf in 1829 het bevel tot onderwerping van de bergvolkeren van de Kaukasus en stuurde een expeditieleger naar Abchazië, dat vanuit de aan de kust gelegen stad Soechoemi een invasie uitvoerde. Na de invasie vernietigde het leger de landbouwgronden en vaardigde de bezetter een verbod uit tot godsdienstuitoefening. Dit verbod gold de moslims. De leefomstandigheden van de bevolking werden met de dag slechter. Na een reeks opstanden vluchtte een deel van de bevolking onder barre omstandigheden naar het buitenland, een deel van de moslimbevolking werd gedwongen te emigreren of werd gedeporteerd (tussen 1864 - 1878).
In 1840 verlieten 18.000 mensen hun land, in 1864 20.000, in 1866 20.000 en in 1877-78 30.000. Twee aan de Abchaziërs verwante volkeren, de Aibgi en de Ubikh zijn geheel uitgeroeid.
De gevluchte Abchazische gemeenschappen vestigden zich hoofdzakelijk in het Ottomaanse Rijk, op plaatsen die ze vaak vernoemden naar hun geboortedorpen. Tsjerkessen gingen veelal naar landen als Syrië en Libanon.

Hun afstammelingen laat Tsuladze in zijn film aan het woord (zie de foto's). De achterkleinkinderen, van zowel Georgische als Abchazische afkomst, leven broederlijk naast elkaar, trouwen onderling en vormen hechte gemeenschappen in het huidige Turkije.
Tsuladze's film heeft uiteraard een boodschap. In 1991, vlak na de verklaring van onafhankelijkheid van Georgië, brak er een oorlog uit tussen Georgiërs en Abchaziërs. Abchazië vormde een autonome provincie binnen de republiek Georgië en wilde zich afscheiden en een zelfstandig land worden.De bevolking van Abchazië bestond uit 45.7% Georgiërs en 17.8% Abchaziërs volgens een telling van 1989. De overige bevolking bestond o.a. uit Grieken, Armeniërs en Russen.
De afscheidingsoorlog duurde tot 1993.
Rond de 200.000 Georgiërs verlieten huis en haard en vluchtten weg uit Abchazië. Tot op de dag van vandaag leven de meesten nog steeds als vluchtelingen in eigen land in armoedige omstandigheden.
Hoe heeft het zover kunnnen komen, vragen velen zich af? Twee volken die eeuwen broederlijk naast elkaar leefden, onderling trouwden, elkaars buren waren en die elkaar ineens gaan bevechten? Het antwoord moet worden gezocht in de verdeel- en heerspolitiek van grote buur Rusland en de fixatie op eigen geo-politieke belangen,  zoals overigens elke grootmacht doet.
De in december 2010 uitgelekte berichten door WikiLeaks laten zien dat de Russen de separatisten van Abchazië en van Zuid-Ossetië van wapens voorzagen, verwoede pogingen ondernamen om Georgië te destabiliseren en zijn president in een kwaad daglicht stelden, opdat hij zou vertrekken. Dit was allemaal niet echt nieuws meer, maar WikiLeaks bevestigt wel zwart op wit de werkelijke motieven en het machtsvertoon in de Kaukasus.

Misschien komt er een dag waarop de landen en volkeren van de Kaukasus sterke bondgenootschappen vormen en gaan samenwerken om een eigen stem te laten horen en een factor van betekenis worden.
Tsuladze laat in zijn film een glimpje hoop zien. Dat er niet zo heel veel nodig is voor samenwerking. Daarbij helpt uiteraard dat de landen en volkeren van de Kaukasus qua cultuur veel gemeenschappelijk hebben.

Seaside of Sorrow, te zien op de website van het onafhankelijke Human Rights Center, bestaat uit twee delen van elk ruim twintig minuten. De film is ondertiteld in het Engels. http://hridc.tv (website bestaat niet meer).





Tsuladze maakte ook de film Sunny Night Colours over een weinig bekend gebied dat vroeger Tao-Klarjeti werd genoemd, gelegen in Oost-Turkije, ten noorden van de lijn Erzurum - Cildir.

Sunny Night Colours

De documentaire film Sunny Night Colours van Niko Tsuladze voert ons naar een weinig bekende streek die vroeger Tao-Klarjeti werd genoemd, gelegen in Oost-Turkije, ten noorden van de lijn Erzurum - Cildir.
In de Middeleeuwen lag dit gebied in het hart van het Georgische koninkrijk. Bovendien was sinds mensenheugenis het gebied tussen Rize en Batoem aan de Zwarte Zeekust ook het land van de Lazen, een Kaukasische stam die geleidelijk verturkst is. Hun taal is verwant aan het Georgisch en wordt nog door 250.000 mensen in Noordoost- en West-Turkije gesproken, in Georgië door ongeveer 3000 mensen.

Vele overblijfselen van Georgische cultuur zijn in Tao-Klarjeti nog te vinden en niet alleen van ruïnes van kerken, kloosters, kastelen en forten; een paar basilieken zijn nog in redelijk goede staat, omdat ze in gebruik zijn als moskee.
Heel verrassend is dat de bewoners - hoewel gebrekkig - Georgisch spreken en zich bewust zijn van hun Georgische afkomst. In de provincie Artvin (met gelijknamige hoofdplaats) wordt bijvoorbeeld het Georgisch nog door circa 50.000 mensen gesproken.
Georgische namen van Middeleeuwse basilieken, kloosters, kastelen en forten leven nog voort: Khantzta, Mere, Shatberdi, Midznadzori, Tskarostavi, Baretelta, Berta, Jmerki, Daba, Parekhi, Dolishkana, Kola, Childiri en Bana. In Bana werd in de 7e eeuw een christelijke, ronde kerk gebouwd. Ook Georgische namen van bergen, valleien, rivieren en dorpen worden nog gebruikt.
Tao-Klarjeti was destijds het centrum van Georgische cultuur en wetenschap. In de kloosters van Otkhta-Eklesia, Porta en Opiza bijvoorbeeld bevonden zich omvangrijke bibliotheken, academiegebouwen en scriptoria.
Monniken beoefenden wetenschappen als anatomie, geneeskunde, natuurkunde en astronomie en vertaalden teksten uit het Grieks, Hebreeuws en Arabisch.
Naast beoefening van wetenschappen, bereikten edelsmeed-, emailleerkunst en metaalbewerking hier het toppunt van vakmanschap.
In Tao-Klarjeti werd uiteindelijk ook de grondslag gelegd voor een multinationale, feodale staat, waarin diverse onafhankelijke vorstendommen in 1008 onder koning Bagrat III werden samengevoegd tot een verenigd Georgië.
Het hele gebied is nog weinig bestudeerd. Ten tijde van het Sovjet-regime was de grens tussen Georgië en Turkije potdicht; sinds de onafhankelijkheid van Georgië in 1991 is er vrij verkeer tussen beide landen.

Khakhul
In Bagbasi, circa 20 km van Tortum verwijderd, bevindt zich het Georgische kloostercomplex Khakhuli (Turks: Haho). De kruiskoepelkerk werd in de tweede helft van de 10e eeuw gebouwd en doet sinds de 17e eeuw dienst als moskee. De beroemde altaartriptiek van Khakhuli bevindt zich nu in het Museum van Tbilisi. Veel is hier nog het bekijken waard, zoals de versiering van de vensters aan de zuidkant en de reliëfsculpturen rondom het zuidelijke portaal en het Georgische kruis, gedragen door vier engelen.
Een andere, in gele zandsteen opgetrokken kloosterkerk bevindt zich in Oshki (Turks: Ösk Vank) in het dorp Camliyamaç, gebouwd in de 10e eeuw, waarvan sculpturen met voorstellingen in haut-reliëf en een reliëfzuil nog intact zijn. In Iskhani (Turks: Ishan) bevindt zich de ruïne van een van de imposantste sacrale bouwwerken, een rijk versierde kruiskoepelkerk met gekapiteelde zuilen en rondbogen uit begin 11e eeuw.

Wie wel eens een geïillustreerde uitgave van het Middeleeuwse epos De man in het pantervel van Sjota Roestaveli heeft ingekeken, zal van een tekening van Sergo Kobuladze het Kajeti fort (zie foto links) herkennen waarvan overblijfselen nog overeind staan bij Cildir (Childili). De bewoners van het fort waren onoverwinnelijk, schreef Roestaveli, ..."omdat zij de ogen van de vijand konden verblinden .... Zij konden de dag verduisteren en de duisternis verlichten als zij het wilden..."

In het dorp Ardanuç torent de ruïne van de door koning Vachtang Gorgasali rond het jaar 500 gebouwde burcht nog steeds op de hoge rots. De burcht werd herbouwd door koning Asjot de Grote na de invallen van de Arabieren. De stad heette Ardanuji in de Middeleeuwen en was de hoofdstad van Tao-Klarjeti.






Een bijna tien minuten durende video - met historische uitleg in het Engels over Tao-Klarjeti is te zien op internet: A history lost in the ruins - Tao-Klajeti (2014). De video is mede gebaseerd op de reis die de Franse tekenaar en schilder Théophile Deyrolle maakte naar Turkije en Georgië in de 19e eeuw. Hij publiceerde in het tijdschrift Le tour du monde van 1875-1876 zijn artikel over de reis, geïllustreerd met gravures van de kerken en kloosters die hij had bezocht. De video is gemaakt door het Institute of Georgian History. (Video is niet meer beschikbaar)


Kaartje uit Turkije door Emiel Wouters, Cantecleer Kunst-Reisgidsenserie, Cantecleer BV, De Bilt, 1994.
In het boek staat een 'Georgische route' beschreven.


Niko Tsuladze toont in zijn film niet alleen in vergetelheid geraakte kerken en burchten, hij laat ook de bewoners van de streek aan het woord. We horen een man uit Imerhevi vertellen dat er zestien dorpen in de omgeving liggen waar men Georgisch spreekt. Hier waren in de 9e en 10e eeuw zoveel kloosterstichtingen dat men van een "Georgisch Athos" sprak.
We zien het sobere leven van de bewoners van het hoogst gelegen dorp in Bazgireti, waar het acht maanden per jaar winter is. Elke zomer in augustus vindt daar het "Georgische Maria-feest" plaats, het "Bazgireti Marioba".
Tsuladze is een poëtische filmer, zijn beelden zijn als gedichten en met Sunny Night Colours tovert hij een verloren, verstilde wereld tevoorschijn die tot de verbeelding spreekt. Heel verwonderlijk is het dan ook niet dat er steeds meer toeristen naar dit afgelegen en dunbevolkte gebied reizen. Ze komen niet alleen voor de bouwwerken die vaak moeilijk bereikbaar zijn, maar ook voor de ongerepte natuur met een gevarieerd landschap van bergen, valleien, canyons, rivieren en beken of om een sport te beoefenen, zoals wandelen, trekken, vissen, paardrijden en kanoën op de Coruh rivier.

Niko Tsuladze (1958,Tbilisi) studeerde af in economie en kunst aan de Universiteit van Tbilisi. Van 1979 - 1982 volgde hij een opleiding aan het Tbilisi Institute of Theatrical Arts, afdeling film, waar hij les kreeg van cineast Otar Ioseliani.
Tsuladze schrijft de scenario's voor zijn films zelf. In 1982 ontving hij een prijs op het Internationale Festival van Kiev voor zijn film Camp. Later volgden meer prijzen voor Border (1984), The Treasure of Svaneti (1989), Liturgy (1992), Stairs of Virtue (1997) en Elegy (2000).
Voor televisie maakte hij The Patriarchy in Svaneti (1996), Georgian Gambit (1998) en Funny Masks (2000).
Sinds 1990 is Tsuladze directeur van de experimentele filmstudio Marikhi, waarvoor hij Two pairs (1991), Story in Color (1993), Land (1994) en Nostalgia (1995) maakte die alle een internationale prijs kregen. Two pairs kreeg een prijs op het filmfestival van Cannes, Story in Color een tweede prijs op het IDFA Festival van Amsterdam.
Tsuladze is al enige tijd bezig met een speelfilm, Dancing in Mist geheten die gaat over een persoon die op zoek is naar een creatieve vriend. Alle dingen die hij doet lijken op dansen in de mist en in dat opzicht deelt hij het lot van zijn land. Maar, uiteindelijk gloort er hoop dat de mist zal optrekken en dat er oprechte mensen verschijnen in zijn leven. Dat de film nog niet afgerond kan worden, komt door gebrek aan financiering.

Sunny Night Colours, Georgië, 2006, van regisseur Niko Tsuladze
Duur 45 minuten
Camera Varlam Karchkhadze
Muziek George Chelidze
Geluid en redactie Saba Amirejibi
Gesproken teksten Lela Arabuli, Kote Chiroldava en Aviad Skhirtladze,
o.l.v. Bondo Kupatadze
Manager Avtandil Dvali
Reproducties Natela Yankoshvili en
Sergo Kobuladze
Productie Niko Tsuladze
Assistenten Arzu Iremadze, Elipha Akdemir



Stuwdammen en hydro-electrische krachtcentrales

Net nu we het historische Tao-Klarjeti in het afgelegen Oost-Turkije beginnen te ontdekken (zie hierboven artikel over  Sunny Night Colours van filmer Niko Tsuladze), krijgen we te horen dat in de vallei van de Coruh (Chorokhi) stuwdammen en hydro-electrische krachtcentrales worden gebouwd. De Coruh rivier stroomt vanuit de bergen door het Noordoosten van Turkije en mondt bij Batoem in Georgië uit in de Zwarte Zee.
Het plan, dat al voor een deel is uitgevoerd, is in de provincie Artvin dertien dammen aan te leggen, waarvan er enkele dicht bij de grens van Georgië. Op diverse plaatsen ligt het landschap danig overhoop door de bouw en volgens sommige toeristen... "wordt het landschap verpest".
Het gevolg van de bouwplannen is het onder water lopen van de vallei, inclusief negentien dorpen en stadjes. Circa vijftienduizend mensen zullen huis en haard moeten verlaten. Nog eens vijftienduizend mensen zullen op een of andere manier indirect getroffen worden vanwege ontoegankelijkheid van wegen en velden. Ook enkele kerken en forten lopen onder water of worden moeilijk of niet bereikbaar.
De omgeving is rijk aan dieren in het wild, zoals de bedreigde rode gier, bruine beer, wild zwijn, wolf, jakhals en boommarter. Kanoën zal ook niet meer mogelijk zijn.
Een plaats die zwaar getroffen wordt is Yusufeli, dat door een bergrug van 4000 meter hoogte van de Zwarte Zee gescheiden is. De bewoners zullen moeten verhuizen naar een 500 meter hoger gelegen karige plek waar het klimaat wezenlijk verschilt van het klimaat van hun huidige vruchtbare omgeving, met alle gevolgen voor de oogsten. Yusufeli is een vruchtbare oase waar drie oogsten in de zomer mogelijk zijn en op duizend meter hoogte granen en ooftbomen groeien.

Het Yusufeli project is een omstreden project en roept veel weerstand op. Internationaal is ertegen geprotesteerd nadat de Turkse regering in 1990 het plan bekend maakte de grote stuwdammen van Yusufeli en Artvin met elkaar te verbinden, in plaats van de bouw van drie kleinere stuwdammen waarbij de stad Yusufeli gespaard zou blijven.
Internationale organisaties zoals Friends of the Earth wezen op het feit dat de Turkse regering in het geheel geen onderzoek had gedaan naar de gevolgen voor de bevolking en de omgeving, zoals klimaat, flora en fauna. Er zijn zelfs vragen gesteld in het Britse Lagerhuis op 14 mei 2003 over het ontbreken van zo'n onderzoek.
Het vinden van de nodige financiën voor het project duurde tot het jaar 2000. Maar, kort voordat de bouw van start ging, trokken twee financierders zich in 2002 uit het project terug, de Franse bouwfirma Spei en het Britse Amec.Toen nam ook de bevolking van Yusufeli het initiatief de eigen belangen te verdedigen met de "Vereniging tot Bescherming van de lokale cultuur van Yusufeli".
Opmerkelijk is dat de Turkse regering de Georgische regering van tevoren nooit op de hoogte heeft gesteld van de constructieplannen voor de Yusufeli-dam. Er is geen samenspraak geweest over de effecten op het milieu en bijvoorbeeld het watervolume van de Çoruh-rivier.

Op 9 oktober 2006 verscheen een onderzoeksrapport, gemaakt in opdracht van Friends of the Earth: Biological Assessment Yusufeli Dam & Hydro-Electricity Power Project’s Environmental Impact Assessment.
Het definitieve plan van de regering van Turkije: Yusufeli Dam and HEPP - Resettlement Action Plan verscheen in juli 2006 waarin te lezen staat wat er met de streek en de bewoners gaat gebeuren.

In de Engelstalige Turkse krant The New Anatolian van 17 februari 2007 verscheen een bericht - "Swiss goverment approves Yusufeli Dam & HEPP project credit" - dat de Zwitserse regering het Yusufeli Dam & HEPP project goedkeurt en een krediet verschaft van SFR 115 miljoen voor een gedeeltelijke financiering van de dam. Het project is nu in handen van het Turks-Zwitsers-Franse consortium Dogus insaat AS, Alstom, Coyne et Bellier, en Dolsar Mühendislik Ltd.
Geschatte kosten: 800 miljoen US dollar.



Street Days

Op de 39e editie van het Internationale Film Festival Rotterdam (IFFR) in 2010 dong de Georgische film Street Days (Quchis dgeebi) mee in de VPRO Tiger Award competitie, naast veertien andere films.Het was de eerste keer dat een film uit Georgië werd geselecteerd.

Regisseur van Street Days is Levan Koguashvili (1973), die zijn opleiding volgde aan o.m. het Russisch Filminstituut (VGIK) en het New York University Graduate Film Program (master's degree 2007).
Tussen 2002 en 2007 woonde Koguashvili in New York, waar hij een aantal korte films en documentaires maakte. In 2008 keerde hij terug naar Georgië om daar Street Days, zijn eerste lange speelfilm, op te nemen. De film is gebaseerd op zijn eigen scenario, dat een prijs won in een competitie voor beste script, uitgeroepen door het Georgische Filmcentrum.

Street Days is een Georgisch drama over de werkloze, op straat rondhangende veertiger Checkie, een gescheiden en aan drugs verslaafde man. De film is tevens de schets van een generatie die nog in de tijd van de Sovjet-Unie is opgegroeid, dus voor 1991, het jaar waarin de Sovjet-Unie werd ontbonden. Deze "verloren" generatie heeft zich moeilijk kunnen aanpassen aan de nieuwe maatschappij en het nieuwe economische stelsel. Maar dat is niet helemaal de fout van deze generatie. De situatie is eerder te wijten aan de onmacht van de kant van de regering om banen te scheppen. Het percentage werklozen is nog steeds enorm hoog.
De Georgische maatschappij lijdt jammer genoeg teveel aan oligarchie en clièntelisme en gebrek aan wil tot echte samenwerking buiten de eigen kring om.

Checkie doet alles om aan geld voor heroïne te komen. Een corrupte politieagent maakt daar gebruik van en vraagt hem mee te helpen de zestienjarige zoon van Checkie's vroegere klasgenoot, een minister, te compromitteren door drugs aan hem te verkopen. Als hij dat niet doet gaat hij de gevangenis in voor tien jaar. Wat zal Checkie doen? Instemmen met het plan en meewerken aan de boze opzet om later de vader te kunnen chanteren met de vondst van een zakje heroïne op zijn zoon?
De film heeft niet de rauwe sfeer van drugsfilms met spuiten en kapot geprikte armen. Street Days is een film over wanhoop, uitzichtsloosheid, de tegenstelling tussen bevoorrechten en "losers", onmacht, in zichzelf opgesloten zitten en voornemens die slecht uitpakken. Humor is er ook in te vinden, en melodrama. Het verhaal is gefilmd met een warm hart en begrip voor de mens, maar de kilte en benauwdheid van de wereld waarin mensen obsessief voortgedreven worden door verslaving, hebzucht en eigenbelang is door de hele film voelbaar.
Er verscheen een mooie recensie van Street Days van Sophie ter Hoeven op de website van Moviescene op 27 januari 2010: http://www.moviescene.nl/p/59425/iffr_2010_street_days_-_recensie

Op 27 april 2010 werd bekend gemaakt dat Street Days de hoofdprijs heeft gewonnen op het tiende Festival goEast (21 -27 april 2010), een festival van Midden- en Oost-Europese films dat elk jaar in Wiesbaden wordt gehouden. Zie: www.filmfestival-goeast.de

Street Days, Georgië, 2010, 87 min., VPRO Tiger Awards Competitie 2010, Wereldpremière IFFR 2010.
Regisseur Levan Koguashvili
Scenario Levan Koghuashvili, Boris Frumin, Nikoloz Marri
Cinematografie Archil Akhvlediani
Productie-ontwerp Kote Djaparidze
Redactie Nodar Nozadze
Geluid Jakub Chech
Producenten Archil Gelovani, Levan Korinteli, Gia Bazghadze
Acteurs Guga Kotetishvili, Temo Gogidze,
Levan Djividze, Zura Begalishvili, Aleko Begalishvili, Zura Sharia



Durakovo, dorp van dwazen

Het Russische woord Durakovo verwijst naar de naam van een dorp. Met een enigszins ander gelegd accent op het woord, betekent het dwaasheid.
De nieuwe film Durakovo, dorp van dwazen van de in Frankrijk wonende Georgische filmmaakster Nino Kirtadze (foto links) is in Rusland opgenomen, in een dorp ten zuiden van Moskou en gaat over een geïndoctrineerde gemeenschap die zich vrijwillig onderwerpt aan de autocratische leider Mikhail Morozov. Voor deze film ontving Kirtadze begin 2008 op het Sundance Film Festival de World Cinema Directing Award voor documentaires.

In een interview lichtte Kirtadze toe hoe verbijsterd zij was over het verlangen naar totale macht en de fascinatie ervoor bij de aanhangers van Morozov. Mensen komen naar Morozov toe in de verwachting dat hij hen zal helpen hun leven te transformeren. De leden van de gemeenschap werken keihard voor hun leider en geven zich aan hem over. Ze zijn bovendien bang uit de gunst te raken bij Morozov. "Het leek wel de tijd van Stalin", reageerde Kirtadze: "Tijdens ons verblijf daar wisten we niet wat er de volgende dag ging gebeuren. We konden zomaar weggestuurd worden door de baas als we iets verkeerds zouden doen".
Morozov is niet direct een heel charismatische figuur, maar een forse, dreigende man die er een simpele logica op na houdt. Hij onderhoudt nauwe banden met Russische politici en de Russisch-orthodoxe Kerk.



Volgens Kirtadze is wat er in Durakovo gebeurt een afspiegeling van wat er in heel Rusland waar te nemen is. Het dorp is een metafoor van de maatschappij. Het gaat in de eerste plaats niet om de roep om een sterke leider, maar om een aantal voorwaarden die een plek klaar maakt. Vervolgens neemt iemand die plek in en wordt leider.
Kirtaze kwam op het idee in Durakovo te filmen toen ze een televisieuitzending zag waarin verteld werd hoe geweldig Morozov was en waarin de mensen beweerden dat Morozov hun van hun slechte gewoonten en zondig gedrag afhielp.
Morozov in de film: "Democratie bestaat niet, er is slechts hiërarchie en hiërarchisch gedrag. Ons land heeft verticale macht nodig. Als je niet wilt gehoorzamen, koop je een ticket en ga je maar naar een ander land. Dat is alles wat ik te zeggen heb over democratie". Andere uitspraken van hem duiden op een missie, het herstel van het Russische imperium, compleet met een tsaar en veel macht van de orthodoxe Kerk.

Nino Kirtadze maakte in 2005 de film The Pipeline Next Door over de aanleg van een oliepijpleiding dwars door een prachtig natuurgebied van Georgië en de - soms hilarische - tegenwerking van de lokale bevolking die haar rechten wilde verdedigen en aanstuurde op een rechtszaak.

Durakovo, Le village des fous, Frankrijk - Duitsland van Nino Kirtadze
Productie: Arte Frankrijk, Zadig Frankrijk, Mitteldeutscher Rundfunk, Duitsland, in samenwerking met Steps Intl., ITVS en Paul Rozenberg
Regie en script Nino Kirtadze
Camera (color, HD) Jacek Petrycki
Redactie Moll, Kirtadze
Geluid Patrick J. Bollard
Acteurs Mikhail Morozov, Leg, Alekseeva, Anatoly, Dima, Yevgeny Petrovich,
Sergey Babunir. (Russisch gesproken)
Duur 90 minuten


Wie Luft zum Atmen - Als lucht om te ademen

In oktober 2006 is een prachtige film in première gegaan, Wie Luft zum Atmen van Ruth Olshan.
De film is een muzikaal-ethnologische reis door Georgië. Olshan is aanwezig bij repetities en voorstellingen van mannen-, vrouwen-, kinderkoren en dansensembles.
Een van de opnamen vindt plaats op het terrein van een voormalige cementfabriek in industriestad Roestavi waar een vrouw en haar vriendinnen koorliederen zingen en dansen. De vrouw heeft, net als vele lotgenoten, geen werk en dus geen inkomen. Een andere vrouw heeft drie verschillende banen in drie verschillende steden.
Om niet ten prooi te vallen aan wanhoop wordt er gezongen, gedanst en muziek gespeeld op traditionele instrumenten.
"Zonder muziek", zegt de vrouw, zou ik gek worden", waarop de koordirigente vervolgt: "Zij en de vrouwen hebben de muziek nodig, 'als lucht om te ademen'". Met die uitspraak had Ruth Olshan de titel van haar film gevonden.
De traditionele Georgische muziek is opgenomen in de UNESCO lijst van culturele werelderfgoederen. Het bijzondere van de Georgische traditionele muziek is de polyfone koorzang en de ritmische complexiteit van de liederen. De harmonie is gebaseerd op het sinds de Middeleeuwen mondeling overgeleverde eigen toonstelsel dat verschillend is van het Europese dat driehonderd jaar eerder in Europa werd genoteerd. De liederen bevatten teksten die - vermoedt men - uit Oudsoemerische talen ontwikkeld zijn. In de regio's van Georgië zijn geheel van elkaar verschillende varianten van volksliederen ontstaan met geheel eigen kenmerken.

Olshan volgt een door het land trekkend mannenkoor, op zoek naar oude liederen die nog niet op schrift staan. De koorleider is speciaal geïnteresseerd in sporen van 'de adem van voorbije eeuwen'.
De film toont de vele aspecten van de Georgische samenleving, de relatie tussen muziek en het dagelijkse leven, de bewaard gebleven traditie, de mythologisch thema's van de liedteksten, de sociale ervaring van muziek maken, de regionale verschillen, en tenslotte ook de ontwikkeling naar moderne muziekvormen als jazz en pop-muziek.
Wie Luft zum Atmen is een visuele en akoestische ontdekkingsreis door cultureel Georgië en maakt de betekenis van muziek voor de mens op een indringende manier aanschouwelijk.
   
Ruth Olshan werd in 1970 in Moskou geboren. Woont sinds 1974 in Duitsland. Ze studeerde in Berlijn Film- en Theaterwetenschappen en werkte, voordat ze begon aan een filmregiestudie, bij een uitgever.
Films
Wie Luft zum Atmen, 2005
Being Kosher, 2005
Aanmoedigingsprijs Film- en Televisie Nordrhein-Westfalen, 2003
Tanz der Saris, 2003
Savannah, 2002
Quién eres tú? 2001
Wenn Gott hustet, 2001
Aanmoedigingsprijs, 2000, voor kunstenaars van het Ministerie van Cultuur  van Nordrhein-Westfalen voor de film Wenn Gott hustet.



Wie Luft zum Atmen, Duitsland, 2005, van regisseur Ruth Olshan
Camera Marcus Winterbauer
Productie Aquafilm Keulen en Arte
Met medewerking van Tutarchela Vrouwenkoor, Patara Georgika kinderdans- en muzieksensemble, Lashari Mannenkoor, The Shin, Zaza Koriuteli, Pilpani Koor,
Pirzhelani Koor, Familie Lejava, Sergo Kamalov, Mukuj Kazarian, Didi Georgika Mannenkoor, Aleko Khizanishvili, Khvicha Khvtisiashvili, Aleksandre Matreveli, Gogite Maglakelidze
Duur: 90 minuten - Première: oktober 2006s
Verkrijgbaar in
DVD & Blu-ray, € 19,95

Trailer documentaire Wie Luf zum atmen: https://www.youtube.com/watch?v=Fzv7d4ZWbbU&feature=emb_logo


Tbilisi, Tbilisi

De film Tbilisi, Tbilisi won op het filmfestival goEast van april 2006 de Skoda-prijs De gouden lelie voor beste film.
De titel van de film is als een weeklacht, want het leven in de Georgische hoofdstad Tbilisi wordt in de beschrijving van regisseur Levan Zakarejsvili getekend door armoede, chaos en geweld.
De film is een film in een film.
David, een niet meer zo jonge filmmaker is naar iemand op zoek die zijn camera kan repareren, maar hij is tevens op zoek naar een verhaal. Davids vriendin geeft les op het conservatorium en verdient 's avonds wat geld met piano spelen in een restaurant. Iedereen probeert zich zo goed en zo kwaad als het kan door de situatie heen te slaan door elkaar te helpen en bij te staan. In rustige beelden wordt zijdelings het dagelijkse leven van de stad getoond. Tbilisi is een stad waar de mensen in plaats van een hart een steen hebben, zegt Davids vriend Nogar, met wie hij in een café wodka drinkt.
Op een dag ontdekt de regisseur op weg naar de markt een vroegere professor. De geleerde probeert daar in zijn kraam marktkoopman te zijn en geeft zijn geschriften - als pakpapier - aan de vrouw naast hem die noten verkoopt. In dit land worden professoren marktkooplieden en marktkooplieden ministers.
Nu heeft de regisseur stof voor een verhaal. In zwart-wit ontvouwt zich het verhaal van een uit elkaar vallende maatschappij waarin iedereen meedogenloos tegen iedereen vecht. Dat moet de kunstenaar ook zelf aan den lijve ervaren als hij een aanbod van dubieuze Russische agenten verontwaardigd van de hand wijst. Zo wordt het bewegende verslag van een gedesillisioneerde generatie in duistere kleuren gevat.




Levan Zakareisjvili (op foto links) werd in 1953 geboren te Tbilisi; studeerde eerst geologie aan de Universiteit van Tbilisi, voor hij in 1985 de opleiding voor scenarioschrijver en regie in Moskou afsloot. Zijn eerste film They werd in 1992 in Cannes vertoond. Zijn tweede film Tbilisi, Tbilisi won in april 2006 De Gouden lelie op het zesde goEast Filmfestival 2006 "vanwege de geraffineerde verhaalstructuur en de intelligente waarnemingen van het dagelijkse leven met talrijke cineastische verwijzingen". Zakareisjvili stierf op 28 augustus 2006 aan een hartaanval.
Het goEast Festival, gewijd aan de Midden- en Oost-Europese film, wordt jaarlijks gehouden in Wiesbaden, Duitsland. Zeven dagen lang werden in 2006 ruim honderdvijftig lange en korte films vertoond. Tien speelfilms en zes documentaires dongen mee naar een prijs. Er werden in totaal vier prijzen uitgereikt; De gouden lelie is de prijs voor de beste film.

Tbilisi, Tbilisi, Georgië, 2005 van regisseur Levan Zakarejsvili
Duur 87 minuten/35 mm, kleur + zwart/wit
Camera Archil Ahvlediani, Georgij Masharasvili, Georgij Beridze, Badri Vasadze, Zaza Zomaja,
Suliko Melasvili, Gela Chinchaladze
Muziek Niazi Diasamidze
Acteurs Georgi Masharasvili, Eka Nizaradze, Georgij Mgeladze, Georgi Nakasidze, Berta Hapava
Productie L. Zakara Studio, Tbilisi
Internet Filmfestival www.filmfestival-goeast.de


Onderstaande drie films zijn vertoond op het  35ste Internationale Film Festival Rotterdam - IFFR
(25 januari - 5 februari  2006).

Tzameti

Tzameti (Dertien), een in zwart-wit geschoten film van Gela Babluani, gaat over Sébastien, een Georgische klusjesman in Frankrijk. Hij dreigt loon mis te lopen als zijn opdrachtgever sterft aan een overdosis heroïne en besluit daarop diens geheimzinnige ticket naar een geheimzinnig hotel in te pikken. Daar ontmoet hij een aantal mensen met duistere bedoelingen.
Sébastien belandt in een clandestiene wereld waarin mannen achter gesloten deuren gokken met het leven van andere mannen, waarin chaos regeert en een ijskoud overlevingsinstinct de enige uitweg lijkt. Er wordt hoog spel gespeeld en de film eindigt in een adembenemende climax.

Tzameti
is een sterke debuutfilm van Babluani en wordt door filmkenners een geslaagde kruising genoemd tussen Buñuel en Tarantino.

Gela Babluani, zoon van filmregisseur Temur Babluani, groeide op in een door de burgeroorlog (1992-1993) verscheurd Georgië waarin geweld, corruptie en dood aan de orde van de dag waren. Zijn liefde voor de film werd gevoed door de grote zwijgende Sovjet-films die hij met zijn vader in Tbilisi zag.
Op het Sundance Film Festival 2006 (USA) won de film de prijs voor beste dramatische film.

13 (Tzameti), Frankrijk/Georgië, 2005 van regisseur Gela Babluani
Duur 93 minuten
Camera Tariel Meliava
Productie MK2 Productions, Solimane Productions, Quasar pictures, Les Films de la Strada
Distributeur Filmmuseum Distributie
Scenario Gela Babluani
Acteurs George Babluani, Aurélien Recoing, Philippe Passon, Pascal Bongard, Vania Villers, Fred Ulysse, Augustin Legrand, Joé Prestia, Christophe Vandevelde.

IFFR: https://iffr.com/nl/iffr/2006/films/13-tzameti



A Trip to Karabakh (Gaseirneba Karabakhsgi)

A Trip to Karabakh van regisseur Levan Tutberidze is een verhaal over de lotgevallen van bevriende twintigers en hun passie voor drugs, gesitueerd in Georgië, Armenië en Azerbeidzjan. De film is geïnspireerd op de populaire Georgische roman A trip to Karabakh van Aka Morchiladze.
Het boek werd uitgegeven in een turbulente periode. Twaalf jaar geleden woedde in Tbilisi een burgeroorlog. Personages en gebeurtenissen volgen elkaar opzettelijk op chaotische en onlogische wijze op, een treffende metafoor voor de chaos en het anarchisme die in de regio heersten. De vrienden Gio, Gogliko, Sandro en Duda hebben de gebruikelijke interesses van twintigers, met één gevaarlijke uitzondering: hun passie voor drugs. Het geld krijgen ze van de oude junk Ilo, Achiko is de tussenpersoon, en Gio en Gogliko zijn de smokkelaars die het spul uit Azerbeidzjan halen. Gio is hopeloos verliefd op Iana, maar hun zeer verschillende achtergrond maakt de liefde onmogelijk. Om te ontsnappen aan deze ondraaglijke situatie maken de vrienden een (zaken)reisje, dat helaas heel anders loopt dan ze hadden gepland. Gio en Gogliko belanden midden in Karabakh, het gebied dat betwist wordt door Azerbeidzjanen en Armeniërs en vallen in handen van rebellen. De parallelle verhaallijnen en hier en daar plots afgebroken montage geven een extra laag aan het verhaal.

Levan Tutberidze (1959, Tbilisi) studeerde in 1982 af aan de Staatsuniversiteit voor theater en cinematografie in Georgië en specialiseerde zich tot filmregisseur. Hij nam als acteur aan verschillende speelfilms deel. Tutberidze is oprichter van de eerste Georgische onafhankelijke filmstudio AISI en een van de oprichters van het cultuur- en filmcentrum Amirani.
Tutberidze maakte eerder: The Tushetian Cheese (1978), Ubisi (1980), Makhare (1984), The Last Prayer of Nazare (1989), The Shadows of the Past (1995).

A Trip to Karabakh, Georgië, 2005 van regisseur Levan Tutberidze
Duur 105 minuten
Productie Film Studio Remka, Levan Korinteli, Giorgi Kharabadze
Scenario Aka Morchiladze, Irakli Solomonashvili
Acteurs Levan Doborjginidze, Misha Meskhi, Nutsa Kuchianidze, Dato Iashvili, Daria Drozdovskaya, Avetik Sanosian, Gagik Melkumov, Artavazd Paloian, Levon Chidilian
Camera Goran Pavicevic
Muziek Nukri Abashidze

IFFR: https://iffr.com/nl/2006/films/a-trip-to-karabakh



When light behaves differently towards time

When light behaves differently towards time, een videofilm van Jan Willem van Dam, is een fictieve documentaire over Georgië na de Rozenrevolutie van november 2004, met hoofdrollen voor Gocha Ovashvili, een stevige agent van de geheime dienst en Nini Sardlishvili, een mooie zestienjarige droomster.
Beiden spelen zichzelf. Een evenzeer tijdloze als actuele film, met mooie en soms verontrustende ontmoetingen in een sprookjesachtig land.
De (video)films van Jan Willem van Dam nemen in het nog steeds uitdijende gebied tussen fictie en documentaire een geheel eigen plaats in.
"De hoofdrolspelers spelen hun eigen rol, zoals deze ook van hen verwacht wordt in het werkelijke leven", aldus de maker.
De zestienjarige Nini Sardlishvili verhaalt van haar leven en dromen. Ze vertelt hoe ze op driejarige leeftijd van haar bed wordt gelicht door een onbekende man, die haar meeneemt en haar de wereld toont. De volgende ochtend is Nini weer thuis en vindt haar moeder sigarenas op haar kussen. "Het was zowel vreemd als mooi", volgens Nini.

Het is Gocha Ovashvili, agent van de Georgische Binnenlandse Veiligheidsdienst, die ons Georgië laat zien. Tegen de achtergrond van het betoverende landschap ontmoet hij de plaatselijke bevolking tijdens zijn jacht op criminelen en spreekt hij met hen over de harde strijd om het dagelijks bestaan. Terwijl het lyrische en het tijdloze overheersen - zoals meestal bij Van Dam - zijn de beelden die hij "vindt" soms verontrustend en actueel. We horen over Russische bombardementen in de Tsjetsjeense grensstreek en over Abchazische slavenhouders, we zien uitgebrande Sovjetarchieven en de leegloop van de bergdorpen. Ondertussen denkt Nini Sardlischvili na en werkt zij hard aan haar eigen toekomst.

When Light Behaves Differently Towards Time,
Nederland, 2006, van regisseur Jan Willem van Dam
Duur 105 minuten
Productie Jan Willem van Dam, Geen Dank Produkties
Scenario Jan Willem van Dam
Acteurs Nini Sardlishvili, Gocha Ovashvili, Varlam Karchkadze, Marina Khecadze, Anastasia Sirbiladze, David Khumsishvili
Camera Hein van Liempd, Jan Willem van Dam

IFFR: https://iffr.com/nl/2006/films/when-light-behaves-differently-towards-time



Georgische reis

In 2001 hoorde Sebastian Pank in Duitsland het Antchis Chati-koor zingen. Dat eerste concert mondde twee jaar later uit in een reis naar Georgië. Met fotografe Berit Mücke vertrok Pank, vijfduizend kilometer voor de boeg, in een oude minibus, met geluidsapparatuur voor opnamen van het Antchis Chati-koor, het Tsinandali-koor uit Telavi en drie oudere zangers uit Goerië. De reis was voorbereid en werd mede-geproduceerd en begeleid door de in Hamburg wonende Marika Lapauri-Burk, oprichtster van stichting LILE die het bevorderen van de culturele betrekkingen tussen Kaukasische landen en Duitsland tot doel heeft. Marika (geb.1961) studeerde piano en orgel aan het Conservatorium van Tbilisi.
Pank bezocht dorpen, oude kloosterkerken en nam deel aan de 'soepra', het met zang opgeluisterde Georgische tafelritueel. Zelfs in de foyer van een vervallen bioscoop in Osurgeti en in een voormalig cultuurcentrum in Telavi werden opnamen van liederen gemaakt, met behulp van een noodstroomaggregaat.

Het resultaat is Georgische Reise, een boeiende muzikale reis door verschillende regio's op twee cd's met zowel geestelijke als wereldlijke liederen, volksliederen, tafelmuziek, arbeids-, liefdes-, krijgs- en rouwliederen en een totale speelduur van bijna 146 minuten. De geestelijke liederen van het Antchis Chati-koor werden opgenomen in het klooster van Shemokmedi in Goerië. De middeleeuwse basiliek, in de elfde eeuw gebouwd, kende een lange traditie van de liedkunst en was in het bezit van een bibliotheek met vele liedboeken. In de negentiende eeuw was het vooral Anton Dumbadze (1824-1907) die de kerkzangtraditie voortzette en verder ontwikkelde.

Het Antchis Chati-koor (meestal geschreven als Anchiskhati) met twaalf zangers werd in 1987 opgericht door enthousiaste muziek-ethnologen en richt zich op onderzoek en reconstructie van de grondvormen van de Georgische muziek. De zangers van het Antchiskhati-koor komen uit verschillende regio's. Na bijna honderd jaar heeft het koor een traditie weer nieuw leven ingeblazen, het zingen van Georgische geestelijke liederen in de oudste kerk van Tbilisi, de uit de zesde eeuw daterende Anchiskhati-kerk in de Shavtelistraat. Het koor treedt ook regelmatig op in het buitenland en geeft zowel in Georgië als daarbuiten workshops. De zangers reizen op gezette tijden naar het platteland, op zoek naar alle mogelijke varianten van oude liederen en raadplegen experts in heel Georgië. Daarnaast zoeken, bestuderen en reactiveren ze materiaal dat in archieven te vinden is. Niet alleen religieuze muziek heeft de aandacht, ook volksmuziek. Bovendien bespelen de koorleden elk diverse muziekinstrumenten.
Op de buitengewoon interessante website International Research Center for Traditional Polyphony staat - niet alleen over Georgische polyfonie, maar ook uit andere landen -  uitgebreide informatie, in het Georgisch en het Engels: https://polyphony.ge/

Georgische Reise
Geistliche und weltliche Gesänge
CD 1: 78:43 min., 22 liederen
CD 2: 67:45 min., 23 liederen

Met uitgebreide informatie over de Georgische muziekcultuur, de opnamen, de koren, zangers en teksten van liederen + foto's.
Bestellen en meer info op https://www.asinamusic.com/ -  Onlineshop van RAUMKLANG en Schloss Goseck.



De Kaukasus

Het boek De Kaukasus (2003), Nederlandse vertaling van Highlanders, A Journey to the Caucasus in Quest of Memory (2000) van de Israëlische en in Washington werkende journalist en schrijver Yo'av Karny heeft bij verschijning in december 2003 niet veel belangstelling gewekt bij Nederlandse recensenten. Het boek staat in de openbare bibliotheek bij de afdeling reisgidsen, maar De Kaukasus is heel veel meer dan een reisboek. Het is een politiek en maatschappelijk geschiedenisboek van Kaukasische volkeren met als uitgangspunt de roerige jaren negentig waarin de volkeren bezig waren zich na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie voor te bereiden op een nieuwe status binnen de Russische Federatie. Zoals bijvoorbeeld de Tsjetsjenen die tot op de huidige dag vechten voor een eigen onafhankelijke republiek.

De Noordelijke Kaukasus strekt zich uit over ruim duizend kilometer tussen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee. Karny trok door hoge bergen, bezocht steden en sprak met mensen die behoren tot ethnische groepen met archaïsche talen waar we niet of nauwelijks van gehoord hebben: Circassiërs of Tsjerkessen, Balkaren, Lezgiërs, Sjapsoegen, Kabardiërs, Adygeërs, Ingoesjetiërs, Koemyken, Darginiërs, Agoelen, Roetoelen, Avaren, Nogajers, Lezgiërs en Tabasaranen.
Dagestan vormt het hart van het boek, het land dat door een Arabische geograaf duizend jaar geleden 'de berg van talen' werd genoemd.
Maar ondanks de verscheidenheid aan talen hebben de bewoners van de Kaukasus veel gemeen: het Narten-epos, een Kaukasisch mythologisch verhaal met wortels die van de Kaspische tot de Zwarte Zee reiken; de lezginka-dans, waarvan elk volk beweert dat de oorsprong bij hun ligt; tsjinkali of chinkal, een gerecht van deegkussentjes en vast onderdeel van de Kaukasische keuken, waarvan ook elk volk de exclusiviteit opeist; èn de gemeenschappelijke tradities van het oorlog voeren.
Karny is een scherp waarnemer en zijn intense, echte belangstelling voor zijn gesprekspartners levert een van de boeiendste verslagen van de gebeurtenissen in de Kaukasus op van het afgelopen decennium. Het boek biedt een treffend beeld van de situatie in een regio die altijd al tot de verbeelding sprak en is een aanwinst voor de rijke traditie van geschiedschrijvingen over de Kaukasus.

Karny schrijft op pagina 404 waarom hij schrijft over al die volkeren van de Kaukasus en de groepen die daar hun toevlucht zochten in voorbije eeuwen. Een van die groepen zijn de Soebbotniks waarvan de laatste overgeblevenen in Armenië wonen en door Karny als voorbeeld genomen om iets typisch Kaukasisch te illustreren. De Soebbotniks zijn een opmerkelijk fenomeen. In het tsarenrijk van de negentiende eeuw richtte een groep eenvoudige christelijk-orthodoxe boeren zich tot de tsaar met het verzoek te mogen veranderen van godsdienst, namelijk over te gaan tot het jodendom. De tsaar was woedend en bood hen de keus: of berouw tonen of lijden. Uiteindelijk werden de Soebbotniks verbannen. Veel van hen kwamen rond 1830 terecht in de Kaukasus, waar ze huizen bouwden, gewassen plantten, voorbeeldige levens leidden - en de God van hun keuze vereerden. De hele 19e eeuw door kwamen reizigers die van Europa naar Perzië trokken langs hun nederzettingen en vertelden later verhalen over deze raadselachtige, gelovige mensen van wie de ijver en netheid geen parallellen kenden.

Karny:
"Ik schrijf over hen omdat ze tot een bredere categorie behoren, die algemeen is in de Kaukasus, een die alle ethnische indelingen overstijgt: de vrijheidzoekers, mensen die zich hebben afgescheiden van de hoofdstroom om hun eigen weg te volgen en die niets anders willen dan aan zichzelf overgelaten te worden. Ze zijn het zout in de pap van elke beschaving en hun soort rebellie heeft onze wereld keer op keer naar nieuwe hoogten van spirituele ontwikkeling gestuwd; van de vroege christenen tot de 15e-eeuwse volgelingen van Jan Hus tot de Amerikaanse puriteinen tot de hedendaagse voorvechters van de bevrijdingstheologie in Zuid- en Midden-Amerika. Hun bijdrage moet niet alleen afgemeten worden in termen van hun religieuze voorkeuren maar ook in termen van hun moed om de bestaande orde uit te dagen. Daarmee hebben ze een erfenis nagelaten die veel blijvender is dan welke concrete verzameling geloofsregels die ze hebben gegenereerd dan ook.
Ik heb Lermontovs afscheid van Rusland gekozen als motief voor dit hoofdstuk; de jonge dichter-soldaat schreef het toen hij op weg was naar het front in de Kaukasus. Hij was niet de enige Rus die vrijheid hoopte te vinden in de Kaukasus. Sinds de 16e eeuw hadden talloze vluchtelingen die route gekozen, op de loop voor het lijfeigenschap (dat pas in 1863 werd afgeschaft) of het staatschristendom of beide. Er ontstonden hele kolonies van oudgelovigen en schismatici, mensen met een grote individualiteit en een diepe haat tegen officiële doctrines, die daarmee een van de conventionele wijsheden over Rusland als een "volk van slaven" logenstraffen.
De Soebbotniks kozen er niet voor om in de Kaukasus te leven, maar werden ernaartoe verdreven, vaak met ongelooflijke wreedheid. Toch maakten ze van het land van hun ballingschap een toevluchtsoord waar ze veilig waren voor de Russische staat. Terwijl ik deze woorden schrijf, zijn de laatst overgebleven leden òf vrijwel dood òf uitgezwermd. Ik was een van hun laatste gasten en ik leg getuigenis af over het laatste hoofdstuk van hun reis."....

De Kaukasus is Westerse adviseurs zeker aan te bevelen: de helpers, ontwikkelingswerkers en vertegenwoordigers van NGO's en andere organisaties, instanties en bedrijven die vol idealen en goede bedoelingen naar de voormalige Sovjet-republieken en -regio's reizen om een steentje bij te dragen aan de vooruitgang. Meer dan eens geven sommigen van hen blijk van een pijnlijk gebrek aan begrip en historisch besef van de regio waarin zij werken.
We mogen blij zijn met een boek als De Kaukasus dat geschreven is zonder die paternalistische toon waarop westerlingen nogal eens commentaar leveren op de toestand van een Kaukasisch land.
In de Kaukasus hebben de volkeren eeuwenlang vreedzaam naast en met elkaar geleefd. Oorlogen en conflicten werden aangestoken door de grootmachten rondom de Kaukasus. Religieus fanatisme kwam er vroeger nauwelijks voor en zou ook tot de ondergang hebben geleid, want met zoveel culturele, ethnische en religieuze verschillen is tolerantie in de omgang gedragsregel nummer een. Op pagina 235 schrijft Karny hoe de bergbewoners van de Kaukasus eeuwenlang een tolerante vorm van de islam beoefenden. Tot eind 18e eeuw, toen hun manier van leven frontaal botste met die van Rusland en er een woedende reactie van explosief fanatisme volgde.
En wie meer wil weten over de Tsjetsjenen, hun geloof en de afschuwelijke oorlogen, biedt het hoofdstuk 'De oorlog tegen de zikr' op pagina 335 veel opheldering; daarin worden de belangrijke confrontaties tussen de islam en het Westen beschreven.
Tot slot bieden een uitgebreide 'Bibliografie en essay' een schat aan titels van boeken en artikelen over de Kaukasus en aanvullingen op de teksten, gevolgd door een Register.



De Kaukasus
door Yo'av Karny  
Uitgeverij: Atlas, 2003
Vertaling: Joost Zwart
Met zwartwit foto’s en plattegronden
Paperback, 560 pagina's






"Ik betwijfel of er enige andere schrijver uit het Westen zo goed de politieke ontwikkeling van de postsovjet-periode in de Kaukasus heeft begrepen, of zoveel kennis daarvan heeft opgedaan en die op een moedige en sympathieke manier heeft opgeschreven als Yo'av Karny". - Colin Thubron, The New York Times Book Review


Akhali Iveria

Akhali Iveria is een krant in het Georgisch die eenmaal per maand verschijnt en in Duitsland wordt uitgegeven. Akhali Iveria betekent Nieuw Iveria. Iveria/Iberia was de naam die de oude Grieken en Romeinen gebruikten voor de oostelijke en centrale regio van het huidige Georgië.

Hoofdredacteur is Jimsher Bedianashvili, journalist en schrijver. Elf jaar lang heeft hij als journalist in Georgië gewerkt; drie jaar was hij oorlogsverslaggever in de Kaukasus, daarbij samenwerkend met de BBC, CNN en het Duitse ZDF. Hij heeft een aantal gedichtenbundels gepubliceerd. Zijn nieuwste bundel verscheen in de zomer van 2006: Wenn die Heimat so weit entfernt ist en bevat 34 gedichten, in het Georgisch en in het Duits (uitg. Lomisi, ISBN 99940-58-52-5).
Na de oprichting van de Deutsch-Georgisch Gesellschaft Bielefeld in september 2003 vatte Bedianashvili het plan op een krant uit te geven. Het eerste nummer van Akhali Iveria verscheen in januari 2005.
De Deutsch-Georgische Gesellschaft in Bielefeld heeft tot doel het stimuleren van de betrekkingen tussen Georgië en andere landen. Daarvoor is een cultureel programma ontworpen: tentoonstellingen, concerten, theater en film, deelname aan internationale beurzen.

De uitgave is stopgezet.


Kartuli

Kartuli is een tweemaandelijks tijdschrift in de Georgische taal en wordt uitgegeven door de Georgischer Verein in Deutschland (Satvistomo). Het eerste nummer verscheen in november 2005.
De vereniging bestaat reeds zestig jaar en is in München vlak na de Tweede Wereldoorlog opgericht door Georgiërs die niet terug konden keren naar hun land. Lange tijd was het de enige Georgische vereniging in Duitsland. Vanwege de komst van vele Georgiërs naar Duitsland sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ontstonden er diverse nieuwe Duits-Georgische verenigingen en stichtingen. Ook de Georgischer Verein kreeg te maken met de nieuwkomers en ontwikkelde nieuwe plannen en projecten, waaronder een zondagsschool en het tijdschrift Kartuli.

Correspondenten vanuit de hele wereld leveren bijdragen aan Kartuli. De artikelen gaan over de politieke, culturele en economische betrekkingen van Georgië met andere landen, de Georgische cultuur en geschiedenis en in het buitenland wonende Georgiërs.
Hoofdredacteur is Nino Khabelashvili.

Sinds 2012 is er geen nummer meer verschenen.
http://satvistomo.net



Facing West

In 1992 was er een tentoonstelling te zien in het Joods Historisch Museum in Amsterdam van de An-sky collectie die een bijna legendarische status heeft  verworven. Na Keulen, Frankfurt, Jeruzalem, New York en St. Petersburg in Florida, eindigde de tentoonstelling in het Ethnografische Musem van St. Petersburg in Rusland.

Shloyme Zanvl Rappoport (1863 - 1920), beter bekend onder zijn pseudoniem S. Ansky (of An-sky), geboren in het Russische Keizerrijk, was een Joodse auteur, onderzoeker van Joodse folklore en politiek activist. Hij schreef het bekende chassidische toneelstuk De Dibboek (1914).
In 1917, na de Russische Revolutie, werd hij gekozen in de Russische Grondwetgevende Vergadering als sociaal-revolutionair afgevaardigde.
Ans-ky deed antropologisch veldwerk in zijn geboortestreek; in de jaren 1911 - 1914 ondernam hij diverse expeditietochten naar Joodse dorpen en steden in Wolynië and Podolië.. Tijdens de Sovjet-periode lag de ethnografische collectie van Ans-ky achter slot en grendel, maar sinds 1990 worden ze tentoongesteld. De meeste voorwerpen bevinden zich in het Ethnografische Museum van St. Petersburg.

Al gauw na de tentoonstelling van 1992 in Amsterdam, begonnen de voorbereidingen voor een tweede tentoonstelling waarop een deel van de Sefardische collectie van het  Ethnografische Museum van St. Petersburg zou worden getoond: objecten uit Centraal-Azië en de Kaukasus: Facing West -  Oriental Jews of Central Asia and the Caucasus, een weinig bekende Joodse wereld die waarschijnlijk teruggaat tot meer dan tweeduizend jaar geleden. Het betreft een Joodse wereld die niet assimileerde en zich eerst begon aan te passen aan de tradities van Europese Joden in de achttiende eeuw. De westelijke muur van synagogen in de Joodse Oriënt bevat een Ark des Verbonds waarmee de richting van Jeruzalem wordt aangegeven.

Tegelijk met de expositie Facing West, is de de gelijknamige catalogus gepubliceerd met artikelen over de rijke geschiedenis alsmede recente ontwikkelingen wat betreft emigratie naar Israël.

Na 559 v. C. vestigden de eerste Joden zich in Georgië en Centraal-Azië. In de zevende en achtste eeuw begon ook in Azerbeidzjan de immigratie van Joden vanuit Noord-Perzië. Enkele eeuwen later vestigden ze zich nog noordelijker in Dagestan. De Joden in Centraal-Azië en de Bergjoden van de oostelijke Kaukasus leefden onder een moslimheerschappij met de `Omar voorwaarden'. Ze moesten speciale belastingen betalen, in aparte buurten wonen en zich houden aan de kledingvoorschriften. Gedwongen bekering tot de islam kwam op grote schaal voor. In Georgië daarentegen leefden Joden in een christelijke omgeving. Joden hadden de status van lijfeigene. De onderwerping aan de lokale feodale heer bood hen bescherming. Na inlijving van Georgië in het Russische Rijk in 1864, werd de lijfeigenschap afgeschaft. Joodse ex-lijfeigenen werden pachters.

Vanaf de late negentiende eeuw, kwam er o.m. onder invloed van het zionisme, een gestage stroom emigranten naar Israël op gang. Tijdens het Sovjet-bewind kwam deze tot stilstand. Na de val van het IJzeren Gordijn begin jaren negentig zijn grote aantallen Joden vertrokken naar Israël, de VS en Europese.

Inhoud van de catalogus

Foreword 5
The Easter Jewish Communities of the Former USSR, door Valery Dymshits  7
Cemtral Asian Jewish Costume, door Tatjana Emelyanenko  33
Catalogue Central Asia  63
Jews of the Caucasus, door Vladimir Dmitriew  75
Catalogue Caucasus, Mountain Jews  107
Catalogue Caucasus, Georgia  120

Facing West: Oriental Jews of Central Asia and the Caucasus, Waanders Uitgevers Zwolle, 128 p, 1998



The Shin

The Shin is een in Duitsland wonende groep musici van drie Georgiërs. Het trio maakt muziek in een 'Ibero-Kaukasische stijl', eigen composities die een mengeling zijn van jazz, Kaukasische, Europese en Oosterse muziekstijlen.
Shin is het Georgische woord voor thuiskomen.
The Shin begeleidt de muzikale 'weg naar huis' met speciale ritmische en polyfone improvisaties.
Het trio bestaat uit:
Zaza Miminoshvili, gitaar, pandoeri en composities
Zurab J. Gagnidze, bas, zang
Mamuka Ghaghanidze, percussie, zang

Recensenten roemen The Shin en definiëren hun muziek wel als 'ethno-jazz-rock' of ; kosmopolitische folklore', eigenlijk een contradictio in adjecto, ...."maar uit schijnbare tegenstellingen kan een unieke harmonie van klanken geschapen worden. Dat bewijst de formatie The Shin in ieder geval: Kaukasische jazz, Oosterse klanken, Indiase wereldmuziek en Flamenco versmelten tot een polyfonisch unicum".
En, kun je een beter compliment krijgen dan het volgende:
..... "In een tijd van commercialisering geeft het Shin Duo aan de muziek haar betekenis en bestemming weer terug: muziek die het hart van de mensen beroert, muziek met een ziel".

Liefhebbers van Georgische muziek zullen diverse melodiëen herkennen bij The Shin. Voor mensen die gewend zijn aan de klassieke Georgische liederen, is The Shin wel even wennen.

The Shin heeft een aantal cd's gemaakt, waaronder:

Black Sea Fire. Dit album verscheen in augustus 2009 en is een polyculturele synthese van muziek van landen rond de Zwarte Zee, waar veel verschillende volkeren leven.
Black Sea Fire viert de wedergeboorte van het vuur dat volgens de Griekse mythologie eens door Prometheus gestolen werd van de goden om het aan de mensen te geven. Voor straf ketenden de goden Prometheus vast aan een berg in de Kaukasus. Een vonk van het vuur dat Prometheus in zijn hand hield om aan de mens te geven viel in de zee en sindsdien springen er steeds weer vonken op uit de Zwarte Zee.

Many Timer, The Shin kwartet, (World-Jazz), als cd van de week gekozen door het Duitse tijdschrift voor jazz en blues Bluerhythm, in de eerste week van mei 2005. Op deze cd staan tien nummers, waaronder het beeldschone, ruim zeven minuten durende vijfde nummer, 'Home goes silent', dat gebaseerd is op een lied van de in Berlijn wonende Georgische zangeres en componiste Manana Menabde.

Ibero-Caucasian Style, een cd met vijf nummers. Een fascinerende mix van oeroude Georgische liederen en jazz, een heel bijzonder ritme en polyfone improvisatie.
Many Timer en Ibero-Caucasian Style zijn uitgekomen bij BBB Music Label, in 2004 opgericht door Christine Ruiter, Zaza Miminoshvili en Zurab J. Gagnidze.

http://the-shin.com



         Black Sea Fire - Many Times - Ibero-Caucasian style











© Georgica 2001 - 2025
Terug naar de inhoud